Wanneer patiënten met gemetastaseerd HR+/HER2– mammacarcinoom progressie vertonen tijdens behandeling met een CDK4/6-remmer, verbetert switchen naar ribociclib plus antihormonale therapie de progressievrije overleving. Dat blijkt uit de resultaten van de fase II-studie MAINTAIN.
De voordelen van behandeling met CDK4/6-remmers bij patiënten met gemetastaseerd HR+/HER2– mammacarcinoom zijn inmiddels in diverse grote studies bevestigd. Of het zinvol is om bij progressie tijdens deze behandeling te switchen naar een andere CDK4/6-remmer was daarentegen nog niet goed duidelijk, hoewel er wel observationele data zijn die daarop wijzen. De resultaten van de MAINTAIN vormen de eerste data uit een gerandomiseerd onderzoek naar deze vraag.
De onderzoekers randomiseerden 119 patiënten die progressie vertoonden tijdens eerdere behandelingen met antihormonale therapie en een CDK4/6-remmer. Deelnemers hadden maximaal één keer chemotherapie voor gemetastaseerde ziekte gekregen. Zestig patiënten werden behandeld met ribociclib plus antihormonale therapie, 59 patiënten kregen een placebo plus antihormonale therapie (fulvestrant of exemestaan).
Switchen naar ribociclib leidde tot een 43% lager risico op overlijden of progressie. De mediane progressievrije overleving (PFS) in de ribociclibgroep was 5,29 maanden, versus 2,76 maanden in de placebogroep (HR 0,57). Na een jaar was in de ribociclibgroep 24,6% progressievrij, versus 7,4% in de placebogroep. Ook de responsen waren significant beter bij switchen, met een ‘clinical benefit rate’ van 43 versus 25% en een ‘objective response rate’ (ORR) van 20 versus 11%. De mediane duur van de respons was 18,8 maanden.
Een subgroepanalyse suggereerde verder dat er zowel bij voorbehandeling met palbociclib als met ribociclib een voordeel was van ribociclib plus antihormonale therapie, met HR’s van respectievelijk 0,58 en 0,50. De meeste deelnemers hadden palbociclib als eerste CDK4/6-remmer gekregen (87% in de ribociclibgroep en 86% in de placebogroep).
Bron