Tepotinib effectief bij NSCLC met MET exon 14 skipping mutatie

Delen via:
WCLC 2022

Meer dan de helft van de patiënten met gevorderd NSCLC met een MET-exon 14-skippingmutatie vertoonde een respons op behandeling met de MET-remmer tepotinib. Dit blijkt uit de primaire analyse van een cohort van de fase II-VISION-studie.

Eerdere resultaten van de VISION-studie lieten al zien dat tepotinib effectief was bij patiënten met de MET-exon 14-skippingmutatie NSCLC. De studie met 152 patiënten in cohort A (MET-exon 14-skippingmutaties) toonde een respons van 46%. Tijdens WCLC presenteerden de onderzoekers data over cohort C, dat was bedoeld om de eerdere resultaten te bevestigen. In cohort B werden patiënten met MET-amplificaties onderzocht.

In de VISION-studie bestonden de deelnemers uit patiënten met NSCLC met MET-exon 14-skippingmutaties die maximaal twee eerdere behandelingen hadden ondergaan. Ook patiënten met asymptomatische hersenmetastasen konden deelnemen. De mutatie kon zowel via een bloedtest als via weefselonderzoek zijn aangetoond.

Uit de analyse van 161 patiënten uit cohort C bleek dat bij 54,7% sprake was van een objectieve respons. Bij patiënten die niet eerder waren behandeld en bij wie een liquid biopsie de mutatie had aangetoond (n = 69) was de respons met 62,3% nog hoger. Bij patiënten die eerder een behandeling hadden gekregen, was de ORR 51,0%. De mediane duur van de respons was in de totale groep 20,8 maanden. De mediane PFS was 13,8 maanden en de mediane OS 18,8 maanden.

Verder vertoonde tepotinib ook intracraniële activiteit bij patiënten met hersenmetastasen. In cohort A en C hadden in totaal 43 patiënten hersenmetastasen en was de intracraniële ziektecontrole 88,4%. De intracraniële PFS as 20,9 maanden en de intracraniële ORR 66,7%.

De resultaten bevestigen de robuuste en duurzame effectiviteit gezien in cohort A van de VISION-studie, aldus de onderzoekers.

Bron:

Thomas M, et al. Tepotinib in patients with MET exon 14 skipping NSCLC: primary analysis of the confirmatory VISION cohort C. WCLC 2022, abstract OA03.05.

 

Betere kwaliteit van leven met radiotherapie vs. antihormonale therapie bij oudere patiënt met vroegstadium mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker, Radiotherapie

Lees meer over Betere kwaliteit van leven met radiotherapie vs. antihormonale therapie bij oudere patiënt met vroegstadium mammacarcinoom

Palbociclib plus antihormonale therapie effectiever dan chemotherapie bij hoogrisico, hormoongevoelig, HER2-negatief gemetastaseerd mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Palbociclib plus antihormonale therapie effectiever dan chemotherapie bij hoogrisico, hormoongevoelig, HER2-negatief gemetastaseerd mammacarcinoom

Geen voordeel van toevoeging atezolizumab bij stadium II-III TNBC

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Geen voordeel van toevoeging atezolizumab bij stadium II-III TNBC

Schildwachtklierbiopt lijkt niet nodig bij deel patiënten met vroegstadium mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Schildwachtklierbiopt lijkt niet nodig bij deel patiënten met vroegstadium mammacarcinoom

Neoadjuvant camrelizumab verhoogt pathologische respons bij TNBC

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Neoadjuvant camrelizumab verhoogt pathologische respons bij TNBC

Kunstmatige intelligentie helpt bij voorspellen effect CDK4/6-remmers

dec 2024

Lees meer over Kunstmatige intelligentie helpt bij voorspellen effect CDK4/6-remmers

Meer duidelijkheid over meten circulerend tumor-DNA bij TNBC

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Meer duidelijkheid over meten circulerend tumor-DNA bij TNBC

Hoge risicoscore identificeert patiënten die baat hebben bij toevoegen antracyclines

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Hoge risicoscore identificeert patiënten die baat hebben bij toevoegen antracyclines

CDK4/6-inhibitor effectief bij hormoongevoelig, HER2-positief gemetastaseerd mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over CDK4/6-inhibitor effectief bij hormoongevoelig, HER2-positief gemetastaseerd mammacarcinoom