Behandeling met tezepelumab leidde in de fase IIa-trial COURSE tot een numerieke reductie van 17% in het jaarlijkse aantal matige of ernstige COPD-exacerbaties vergeleken met placebo na 52 weken. Dit resultaat was niet statistisch significant.1
Tezepelumab is geregistreerd voor de behandeling van ernstig astma. Een fase IIa proof-of-concept-studie (NCT04039113) werd opgezet om te kijken of het middel ook bij COPD werkzaam en veilig is. Hiertoe werden 333 patiënten tussen de 40 en 80 jaar met matige tot zeer ernstige COPD gerandomiseerd naar subcutane tezepelumab 420 mg (n = 165) of placebo (n = 168), om de 4 weken gedurende maximaal 52 weken.
De resultaten lieten zien dat tezepelumab op jaarbasis het aantal matige of ernstige COPD-exacerbaties vergeleken met placebo verlaagde met 17% (90%-BI -6 tot 36; p = 0,1042). Dit komt overeen met een jaarlijks aantal exacerbaties van 1,75 in de tezepelumab-groep versus 2,11 in de placebogroep. Een belangrijk detail was dat dit verschil groter was bij patiënten met een aantal eosinofielen (BEC) ≥150 cellen/μl, namelijk 37% (95%-BI 7 tot 57). Bij een BEC van ≥ 300 cellen/μl was het verschil 46% (95%-BI -15 tot 75). Tezepelumab verminderde het aantal ernstige exacerbaties met 48% (95%-BI -11 tot 76).
Een subgroepanalyse liet zien dat tezepelumab resulteerde in numerieke verbeteringen in het FEV1 (respectievelijk 63 ml en 146 ml bij patiënten met BEC ≥ 150 en ≥ 300 cellen/μl) en in de kwaliteit van leven, gemeten met de St. George’s Respiratory Questionnaire (SGRQ)-score (een daling met respectievelijk 4,2 en 9,5 punten bij BEC ≥ 150 en ≥ 300 cellen/μl).
Bijwerkingen en ernstige bijwerkingen waren evenwichtig verdeeld over de behandelarmen.
Bron: