Deze zomer werd de THOMAS-studie gepubliceerd in The Lancet. Daarmee toonden Nederlandse onderzoekers aan dat screenen op albuminurie met een urinetest thuis effectief is om cardiovasculaire risicofactoren en chronische nierschade vroegtijdig op te sporen. In een posterpresentatie laten ze nu bovendien zien dat deze manier van screenen waarschijnlijk kosteneffectief is.
Resultaten van eerder onderzoek naar de kosteneffectiviteit van screening naar albuminurie op populatieniveau waren niet eenduidig. Daarom bekeken onderzoekers van de prospectieve Towards Home-based Albuminuria Screening (THOMAS)-studie de kosteneffectiviteit van het thuis screenen op albuminurie om zo chronische nierschade (CNS) en hart- en vaatziekten te voorkomen.
Dominique van Mil (UMCG) en haar collega’s berekenden risico’s op CNS en cardiovasculaire events door albuminurie, eGFR-progressie en Systemic Coronary Risk Evaluation (Score)2 te simuleren op basis van gegevens van 15.074 Nederlanders (45-80 jaar) uit de THOMAS-studie. Uitkomsten werden berekend voor screening ten opzichte van standaardzorg (zonder screening) met probabilistische analyse. Daaruit bleek dat met screening, dialyse 11% minder vaak voor zou komen dan met standaardzorg. Voor niertransplantatie was dat 12% minder, voor niet-fataal myocardinfarct 6%, voor niet-fatale CVA 5% en voor fatale cardiovasculaire events 2%.
Ook ontwikkelden ze een zogenaamd individual-level health-state transition model om de kosteneffectiviteit te bepalen vanuit het perspectief van de Nederlandse gezondheidszorg met een levenslange tijdshorizon. De incrementele kosten voor screening waren €1.584 en dit leverde 0,18 extra levensjaren in goede gezondheid (QALY’s) op, resulterend in een incrementele kosteneffectiviteitsratio (ICER) van €8.689/QALY. Deze ICER ligt ruim onder de Nederlandse grenswaarde voor kosteneffectiviteit van €20.000/QALY. De waarschijnlijkheid dat screenen inderdaad kosteneffectief was bij de gevonden grenswaarde was 96%. Tot slot bleek screening kosteneffectiever bij oudere (65-80 jaar) dan bij jongere (45-65 jaar) mensen en als de geïmplementeerde zorg na screening verbeterd zou worden.
Bron: