Bij patiënten met niet-spierinvasief blaascarcinoom (NMIBC) lijkt Thulium-fiber en-bloc resectie van de blaastumor (Tm-fiber-ERBT) vooralsnog een veilige en effectieve diagnostische en therapeutische benadering. Dit blijkt uit een niet-gerandomiseerde studie waarin deze nieuwe techniek is vergeleken met conventionele transuretrale blaasresectie (TURBT).
Met Tm-fiber-ERBT waren er minder bijwerkingen, kon vaker de detrusorspier worden behouden, en was het percentage ziektevrije overleving (RFS) hoger dan met conventionele TURBT. Deze veelbelovende uitkomsten waren aanleiding voor het starten van een prospectieve gerandomiseerde klinische trial die en-bloc TURB vergelijkt met conventionele TURB. De resultaten van deze trial zijn belangrijk omdat TURBT nog steeds is geassocieerd met moeilijkheden bij de pathologische analyse van het monster, een hoge recidiefkans, en met aan de ingreep gerelateerde complicaties.
In dit Russische onderzoek werden 129 deelnemers geïncludeerd met NMIBC. Van hen ondergingen 58 TURBT en 71 Tm-fiber-ERBT. Alle deelnemers kregen binnen 2 uur na de ingreep 1 dosis intravesicale MMC-chemotherapie; patiënten met een relatief hoog risico kregen 8 keer adjuvante MMC. Het primaire eindpunt was RFS.
De RFS na 3 en 6 maanden was bij Tm-fiber-ERBT respectievelijk 97,2% en 91,6 %; bij TURBT 84,5% en 67,2% (p = 0,011 en p < 0,001). Er was detrusorspier aanwezig bij respectievelijk 91,6% en 58,6% (p < 0,001) van de patiënten. Wanneer het monster geen detrusorspier bevatte, werd opnieuw een TURB uitgevoerd. Slechts twee variabelen waren geassocieerd met RFS: type chirurgie (OR 6,10; 95%-BI 1,57-23,79; p = 0,009) en de aanwezigheid van detrusorspier in het monster (OR 4,63; 1,11-19,36; p = 0,036). In de experimentele groep trad geen obturatorreflex of bloeding op, in de conventionele groep was dit het geval bij respectievelijk 17,2% en 10,3% van de patiënten.
Bron: