Het toevoegen van ibrutinib aan bendamustine/rituximab plus rituximab-onderhoudstherapie verbetert de progressievrije overleving van oudere patiënten met mantelcellymfoom. Dat blijkt uit de fase III-studie SHINE.
De meeste patiënten met mantelcellymfoom zijn al relatief ouder en komen niet in aanmerking voor agressieve behandelingen zoals autologe stamceltransplantatie. De richtlijnen bevelen daarom voor deze groep minder agressieve eerstelijnstherapie aan, zoals bendamustine plus rituximab. Omdat eerdere observationele studies suggereerden dat het toevoegen van ibrutinib aan bendamustine/rituximab voordeel oplevert, is dit onderzocht in de gerandomiseerde SHINE-studie bij 523 patiënten van 65 jaar of ouder met mantelcellymfoom.
De behandelingen bestonden uit zes kuren van ofwel ibrutinib plus bendamustine/rituximab of placebo plus bendamustine/rituximab. Patiënten met een partiële of complete respons kregen vervolgens nog maximaal 12 keer een onderhoudsbehandeling met rituximab.
Na een mediane follow-up van 7 jaar was de mediane progressievrije overleving 80,6 maanden (6,7 jaar) in de ibrutinibgroep versus 52,9 maanden (4,4 jaar) in de placebogroep (HR 0,75). Het percentage patiënten met een complete respons was 65,5% in de ibrutinibgroep versus 57,6% in de placebogroep (p = 0,06). De totale overleving na 7 jaar verschilde niet (55 versus 56,8%). De onderzoekers benadrukten echter dat de gevorderde leeftijd van de patiënten het minder makkelijk maakt om een effect op dit eindpunt te zien.
Het toevoegen van ibrutinib leidde niet tot heel veel meer bijwerkingen. Bijwerkingen van graad 3/4 kwamen voor bij 81,5% in de ibrutinibgroep en bij 77,3% in de placebogroep.
Bron