De Japanse PARADIGM-studie bevestigt het vermoeden dat bij een specifiek subtype patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom het toevoegen van panitumumab aan mFOLFOX effectiever is dan het toevoegen van bevacizumab. Bij patiënten met linkszijdige RAS-wildtype tumoren leidde panitumumab tot een 16% betere overleving, vertelden onderzoekers tijdens de ASCO annual meeting.
In de fase III-studie PARADIGM werden 823 Japanse patiënten met nieuw gediagnosticeerd RAS-wildtype gemetastaseerd colorectaal carcinoom gerandomiseerd. De meeste patiënten hadden een tumor met een linkszijdige lokalisatie (312 van de 400 patiënten in de panitumumab-groep en 292 van de 402 patiënten in de bevacizumab-groep). Beide groepen werden daarnaast behandeld met een aangepast FOLFOX-schema (mFOLFOX6, bestaande uit folinezuur, 5-fluoro-uracil en oxaliplatine). Het primaire eindpunt van de studie was de totale overleving (OS).
In de populatie met RAS-wildtype, linkszijdige tumoren was de OS na een mediane follow-up van 61 maanden in de panitumumab-groep 37,9 maanden, versus 34,3 maanden in de bevacizumab-groep. Het risico op overlijden was in de panitumumab-groep 18% lager dan in de bevacizumab-groep. De progressievrije overleving daarentegen was vergelijkbaar (13,7 vs. 13,2 maanden).
In de totale onderzoekspopulatie, dus inclusief deelnemers met rechtszijdige tumoren, was de overleving 16% beter. De analyse suggereert verder dat patiënten met rechtszijdige tumoren geen voordeel hebben van panitumumab in plaats van bevacizumab; de HR was hier 1,07.
De onderzoekers concluderen dat het belangrijk is rekening te houden met de lokalisatie van de tumor en te testen op biomarkers, zoals de mutatiestatus van RAS. Zij stellen dat deze kenmerken standaard bepaald moeten worden omdat dit invloed kan hebben op de behandelkeuzes.
Bron