Het combineren van de PARP-remmer talazoparib met enzalutamide als eerstelijnsbehandeling voor gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) leidt tot een significante en klinisch relevante verbetering van de met beeldvorming vastgestelde progressievrije overleving (rPFS). Dit is de conclusie van de TALAPRO-2-studie, die werd gepresenteerd op de ASCO-GU 2023.
Vanwege aanwijzingen voor een synergistisch effect werd in de TALAPRO-2 talazoparib gecombineerd met enzalutamide. Deelnemers aan de studie werden niet geselecteerd op HRR-genafwijkingen, maar er werd wel nagegaan of hiervan sprake was. De onderzoekers randomiseerden 402 patiënten naar behandeling met talazoparib plus enzalutamide en 403 naar behandeling met placebo plus enzalutamide.
Na een mediane follow-up van bijna 25 maanden bleek het primaire eindpunt, de rPFS, tussen beide groepen significant te verschillen. In de talazoparib-groep was de mediane rPFS nog niet bereikt, terwijl deze in de enzalutamide-monotherapiegroep 21,9 maanden (HR 0,63; p < 0,001) bedroeg. Daarmee leidde toevoegen van talazoparib tot een 37% lager risico op overlijden of progressie. Subgroepanalyse liet zien dat alle vooraf vastgestelde subgroepen (leeftijd ≥ of < 70 jaar; performance status 0 of 1) voordeel hadden van de combinatiebehandeling. Ook patiënten met en zonder HRR-afwijkingen hadden voordeel bij de combinatie, hoewel het voordeel wel meer uitgesproken was bij patiënten met HRR-afwijkingen (rPFS HR resp. 0,46 en 0,70).
Wel leidde de combinatie tot meer bijwerkingen. Graad 3/4-bijwerkingen traden op bij 71,9 vs. 40,6% van de patiënten. Met name anemie trad frequent op in de talazoparib-groep. Desondanks duurde het bij de combinatiebehandeling langer voordat de kwaliteit van leven van patiënten verslechterde.
De onderzoekers concluderen dat de resultaten van de TALAPRO-2-studie het gebruik van talazoparib plus enzalutamide als eerstelijnsbehandeling voor mCRPC ondersteunen, zowel bij patiënten met als bij patiënten zonder HRR-afwijkingen.
Bron