Het combineren van de PARP-remmer talazoparib met de androgeenreceptorremmer enzalutamide als eerstelijnsbehandeling voor gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) met afwijkingen in homologe recombinatie repairgenen, leidt tot een langere progressievrije overleving dan placebo plus enzalutamide. Dit blijkt uit de resultaten van de fase III-studie TALAPRO-2.Â
Voor TALAPRO-2 werden in eerste instantie 805 ‘all-comers’ mCRPC-patiënten gerandomiseerd. Alle deelnemers werden voorafgaand aan de randomisatie getest op HRR-afwijkingen en aan de hand van de uitkomst hiervan gestratificeerd. Tijdens ASCO presenteerden de onderzoekers data van de groep HRR-gemuteerde patiënten (HRRm), die later werd uitgebreid met een tweede cohort patiënten met HRRm. In totaal werden 200 HRRm-patiënten behandeld met talazoparib plus enzalutamide en 199 HRRm-patiënten met placebo plus enzalutamide. Het primaire eindpunt van de studie was de radiografische PFS (rPFS).
Na een mediane follow-up van ongeveer 17 maanden was de mediane rPFS nog niet bereikt in de talazoparib-groep en 13,8 maanden in de placebogroep (HR 0,45; p < 0,0001). Alle onderzochte subgroepen hadden baat bij de combinatiebehandeling, maar met name in de subgroep met BRCA1/2-mutaties was het voordeel groot, met hazard ratio’s van 0,20, versus 0,68 bij patiënten zonder deze mutaties. Het objectief responspercentage (ORR) was 67,1% bij de patiënten die wel waren behandeld met talazoparib versus 40% bij de patiënten die dat niet waren. De data over de totale overleving waren nog onvoldoende rijp voor analyse.Â
Het toevoegen van talazoparib leidde wel tot een hoger aantal graad 3/4-bijwerkingen (66,2 vs. 37,2%). Verder werd in de talazoparib-groep de behandeling vaker tijdelijk gestaakt (67,2 vs. 19,6%). Bij iets meer dan de helft van de patiënten in de talazoparib-groep werd de dosis talazoparib gereduceerd. Het aandeel patiënten dat stopte met de behandeling was 10,1% in de talazoparib-groep en 7% in de placebogroep.
De onderzoekers stellen dat op basis van de bevindingen talazoparib plus enzalutamide een nieuwe eerstelijnsbehandeling zou moeten worden bij HRR+ mCPRC, in het bijzonder wanneer sprake is van BRCA1/2-mutaties.Â
Bron: