Uit een onderzoek naar de toegevoegde waarde van totale lichaamsscreening op verdachte huidplekjes, blijkt dat deze screening alleen zinvol is wanneer de indexlaesie verdacht van aard is. Bij klinisch benigne indexlaesies wordt maar een enkele keer huidkanker gevonden.
De toegevoegde waarde van het totale lichaamsonderzoek is nagegaan bij patiënten die contact opnamen met de dermatoloog, omdat ze zich zorgen maakten over een of enkele verdachte plekjes op de huid. Zij kregen binnen een tot drie weken een dermatoscopisch onderzoek en vervolgens een totaal lichaamsonderzoek.
De dermatoloog vond in de groep van 297 mensen 45 gevallen van een histologisch bevestigde huidkanker. De detectiegraad van het dermatologisch onderzoek bedraagt daarmee 13,2%. Het totale lichaamsonderzoek leverde extra huidkankerdiagnoses op, maar hoeveel dat er waren, bleek afhankelijk van het type huidlaesie. Onder de patiënten met een klinisch benigne indexlaesie leverde het lichaamsonderzoek 1 extra geval van basaalcelcarcinoom op, ofwel een detectiegraad van 0,5%. Onder de patiënten met een verdachte huidlaesie werden 7 nieuwe gevallen van huidkanker ontdekt, een detectiegraad van 8,9%. Deze detectiegraad was hoger bij patiënten die door de huisarts naar de dermatoloog waren verwezen (23,8%) in vergelijking met patiënten die uit eigen beweging naar de dermatoloog waren gegaan (10,8%).
De onderzoekers concludeerden dat het lichaamsonderzoek bij een benigne indexlaesie overbodig is en dat lesion directed screening (LDS) een kosteneffectieve methode is voor vroegdetectie van huidkanker bij het algemene publiek.
Bron