Laura Dember (University of Pennsylvania) presenteerde in de tweede High-Impact Clinical Trials-sessie resultaten van de HOPE-trial. Daarin ontdekten Dember en collega’s dat cognitieve gedragstherapie hemodialysepatiënten kan helpen beter om te gaan met pijn. De onderzoekers gaan nu uitzoeken hoe de interventie breed geïmplementeerd kan worden in de dialysesetting.
Chronische pijn komt nog altijd veel voor bij patiënten die behandeld worden met hemodialyse. Het draagt bij aan een slechtere kwaliteit van leven, depressie en angst, maar helaas is pijn moeilijk te behandelen met medicatie in deze patiëntenpopulatie. Onderzoekers van het HOPE-consortium zochten uit of hemodialysepatiënten beter konden omgaan met hun pijn na een trainingsprogramma op basis van cognitieve gedragstherapie. Het programma bestond uit sessies (op afstand) met een coach gedurende 12 weken, gevolgd door 12 weken met dagelijkse, telefonische interactieve spraakresponssessies.
De HOPE-onderzoekers randomiseerden 643 hemodialysepatiënten met chronische, matige of ernstige pijn naar de cognitieve gedragsinterventie (n = 319) of naar standaardzorg (n = 324). In week 12 waren in de interventiegroep belemmeringen door pijn – gemeten met de Brief Pain Inventory (BPI) Interference subscale – 0,49 punten (95%-BI –0,85 tot –0,12) sterker gedaald ten opzichte van baseline dan in de controlegroep (p = 0,009). Dit effect bleef overeind tot week 24 (verschil –0,48; 95%-BI –0,86 tot –0,11), maar was niet langer statistisch significant in week 36 (verschil –0,34; 95%-BI –0,72 tot 0,04). Een daling van de BPI Interference-score met ≥ 1 punt kwam na 12 weken voor bij 50,9% van de deelnemers in de interventiegroep en 36,6% in de controlegroep (OR 1,79; 95%-BI 1,28-2,49), en na 24 weken bij 55,0% vs. 42,8% (OR 1,59; 95%-BI 1,13-2,24). Verder zorgde de interventie voor positieve veranderingen in pijnintensiteit, kwaliteit van leven, depressie en angst (week 12 en/of 24) en catastroferen van pijn (week 24 en 36).
Bron: