Tripeltherapie heeft niet alleen een gunstig effect op het ziekteverloop bij patiënten met (zeer) ernstig COPD, maar leidt, in vergelijking met duale therapie, ook tot betere resultaten bij patiënten met matig COPD. Dit blijkt uit een deelanalyse van de internationale ETHOS-studie.
De combinatie van budesonide, glycopyrronium en formoterol is een tripeltherapie voor COPD. Deze combinatie van luchtwegverwijdende en ontstekingsremmende medicatie vermindert het aantal exacerbaties, vermindert de symptomen en leidt tot een verbetering in de longfunctie bij COPD-patiënten bij wie duale therapie onvoldoende effect heeft. Om uit te sluiten dat dit effect alleen veroorzaakt wordt door patiënten met (zeer) ernstig COPD kijken de onderzoekers of het effect ook zichtbaar is in de subgroep van patiënten met matig COPD.
Zij onderzoeken dit in de ETHOS-studie (Efficacy and Safety of Triple Therapy in Obstructive Lung Disease; NCT02465567). Deze fase III-studie vergelijkt het effect van twee verschillende doses tripeltherapie versus twee vormen van duale therapie bij patiënten met matig tot zeer ernstig COPD:
- 320 µg budesonide/18 µg glycopyrronium/9,6 µg formoterol (BGF);
- 160 µg budesonide/18 µg glycopyrronium/9,6 µg formoterol (BGF);
- 18 µg glycopyrronium/9,6 µg formoterol (GFF);
- 320 µg budesonide/9,6 µg formoterol (BFF).
De huidige analyse bestudeert de subgroep van 2427 patiënten met matig COPD (FEV1 ≥ 50% van voorspeld).
Behandeling met BGF-tripeltherapie verminderde het aantal exacerbaties in vergelijking met duale therapie. Ook de longfunctie, symptomen en kwaliteit van leven verbeterden ten opzichte van duale therapie. Tot slot gebruikten patiënten in de BGF-groep minder rescue-medicatie en duurde het langer voordat zij een belangrijke mate van klinische achteruitgang bereikten. Het positieve effect op de longfunctie was het grootst voor BGF-tripeltherapie in vergelijking met BFF duale therapie. Voor de andere uitkomstmaten was het effect het grootst in vergelijking met GFF.
Bron: