Oudere of niet-fitte AML-patiënten met mutaties in FLT3 (FLT3m) hebben mogelijk baat bij een tripeltherapie bestaande uit lage intensiteit chemotherapie plus een FLT3-remmer of venetoclax. Dit suggereren de resultaten van een retrospectieve analyse.
Oudere of niet-fitte patiënten met FLT3m AML hebben een relatief slechte prognose. De verwachte mediane totale overleving (OS) is slechts 8 tot 12 maanden met een combinatie van lage intensiteit chemotherapie (LIC) plus een FLT3-remmer of venetoclax.
Onderzoekers vergeleken daarom tripeltherapie (LIC plus venetoclax en een FLT3-remmer) met een duaal regime (LIC + FLT3-remmer). Van de 87 patiënten met nieuw gediagnosticeerde FLT3m AML kregen 60 (69%) en 27 (31%) respectievelijk een duaal en een tripel regime. Van de 60 patiënten die LIC (HMA 83%, LDAC 17%) plus een FLT3-remmer ontvingen, kregen er 44 (73%) een eerstegeneratie FLT3-remmer (36 sorafenib, 8 midostaurine) en 16 (27%) een tweedegeneratie FLT3-remmer (quizartinib). In de tripelgroep kregen 12 (44%), 10 (37%), 4 (15%) en 1 (4%) patiënt(en) respectievelijk gilteritinib, sorafenib, quizartinib en midostaurine in combinatie met LIC plus venetoclax.
Het tripel regime was geassocieerd met een significant hogere respons (CR/CRi 93 vs. 70%; p = 0,02), FLT3-PCR (96 vs. 54%; p < 0,01) en MRD-negativiteit (83 vs. 38%; p < 0,01) dan duale therapie. De sterfte na 60 dagen was vergelijkbaar tussen de tripel- en de duale arm (respectievelijk 7% (n = 2) en 10% (n = 6)). De mediane follow-uptijd was korter in de tripelarm dan in de duale arm: 12 vs. 63 maanden (p < 0,01). De mediane OS was beter in de tripelarm (niet bereikt) en ook beter dan in de duale arm met een tweede- (15,7 maanden) en eerstegeneratie (8,7 maanden) FLT3-remmer (p < 0,01).
Bron:
Yilmaz M, et al. Hypomethylating agent (HMA) therapy and venetoclax (VEN) with FLT3 inhibitor “triplet” therapy Is highly active in older/unfit patients with FLT3 mutated AML. ASH Annual Meeting & Exhibition 2021, abstract 798.