Het humane monoklonale antilichaam ianalumab zou in de toekomst gebruikt kunnen worden in de behandeling van patiënten met het syndroom van Sjögren. Dat laten tussentijdse resultaten zien van een fase IIb-onderzoek dat werd gepresenteerd op het congres van de EULAR.
Ianalumab (codenaam VAY736) remt de interactie tussen het ontstekingseiwit BAFF (de B-celactiverende factor) en de BAFF-receptor. Dit leidt tot vermindering van B-cellen. In het vierarmige fase IIb-onderzoek werden patiënten met het syndroom van Sjögren met ten minste matige ziekteactiviteit en symptomen gerandomiseerd. Ze ontvingen ianalumab (VAY736) in drie verschillende doses (5, 50, 300 mg) of placebo (PBO).
Het primaire eindpunt was de verandering in de ESSDAI op week 24 ten opzichte van baseline en werd bereikt met een significante dosisrespons. De grootste ESSDAI-reductie was 1,92 punten boven placebo voor VAY736 300 mg bij 24 weken. Een numerieke trend voor sSF-verbetering met VAY736 300 mg in vergelijking met PBO werd gezien in week 24 (p = 0,092). Voor secundaire eindpunten ESSPRI en FACIT-F vertoonde de VAY736-behandeling geen voordelen ten opzichte van PBO. De PBO-respons was over het algemeen hoog. De incidentie van tijdens de behandeling optredende bijwerkingen was vergelijkbaar in alle onderzochte groepen, waarbij reacties op de injectieplaats het meest frequent voorkwamen, meestal licht van aard waren en een dosisrespons vertoonden.
Geconcludeerd kan worden dat er na 24 weken een ESSDAI-verlaging in de groep met de 300 mg ianalumab-dosis kon worden bereikt. Dat biedt goede vooruitzichten voor de termijn van 52 weken.
Bron
Dörner T, et al. Ianalumab (VAY736), a dual mode of action biologic combining BAFF-receptor inhibition with B cell depletion, reaches primary endpoint for treatment of primary Sjögren’s syndrome. Abstract No. OP0302. Presented at the EULAR 2020 E-Congress.