Bij ruim twee derde van de patiënten die een herseninfarct hebben doorgemaakt, bij wie voorheen geen risicofactoren waren vastgesteld, blijkt er toch een onderliggende oorzaak van het infarct te zijn. Dit is gevonden in een retrospectieve analyse van het Zwitserse ASTRAL-register.
Voorafgaand aan deze studie waren er weinig klinische gegevens beschikbaar over de frequentie, het patiëntprofiel en de mechanismen die ten grondslag liggen aan acute ischemische beroerten bij patiënten met voorheen niet-gediagnosticeerde cardiovasculaire risicofactoren.
Onderzoekers uit Lausanne analyseerden de dossiers van 4354 patiënten met een beroerte die in de periode 2003-2018 opgenomen waren in het ASTRAL-register. Hun mediane leeftijd was 70 jaar en 44,7% was vrouw. Van de 1125 patiënten (25,8%) bij wie voorheen geen belangrijke risicofactoren waren vastgesteld, had 30,3% geen risicofactor, maar 67,7% wel degelijk minstens één.
De meest frequent gedetecteerde cardiovasculaire risicofactor was dyslipidemie, zoals een hoog totaalcholesterol- of triglyceridengehalte (61,4% van de patiënten). De tweede meest voorkomende risicofactor was een hoge bloeddruk (23,7%). Eén op de 10 patiënten (10,2%) had atriumfibrilleren.
Er werd een positief verband gevonden tussen de aanwezigheid van een niet-gediagnosticeerde belangrijke risicofactor en een lagere leeftijd, niet-Kaukasische afkomst, gebruik van anticonceptie bij vrouwen jonger dan 55 jaar en roken bij patiënten van 55 jaar en ouder. Een negatief verband is gevonden met het gebruik van antiplaatjestherapie voorafgaand aan de beroerte en een hogere body mass index (BMI).
Deze bevindingen onderstrepen het belang van het testen en behandelen van cholesterolafwijkingen, zoals hoge cholesterol- en triglyceridengehalten, en een hoge bloeddruk. Ook moeten atriumfibrilleren en diabetes mellitus type 2 opgespoord en aangepakt worden.
Hopelijk draagt deze studie bij aan de identificatie van patiënten met een mogelijk verhoogd risico op een beroerte, omdat deze patiënten wellicht een intensievere preventie en surveillance nodig hebben.
Bron