UGN-102 geeft langdurige complete respons bij laaggradig, intermediair-risico NMIBC

Delen via:
ASCO GU 2025

Een nieuwe analyse van de fase III ENVISION- en ATLAS-studies toont aan dat patiënten met laaggradig, intermediair-risico niet-spierinvasief blaascarcinoom (NMIBC) die een complete respons bereikten na intravesicale behandeling met UGN-102, veelal een duurzame respons hadden. Na 12 maanden was ongeveer 80% van de patiënten eventvrij.1

De fase III ENVISION-studie is een eenarmige studie waarin de werkzaamheid en veiligheid van UGN-102, een gel met mitomycine, wordt onderzocht bij patiënten met laaggradig, intermediair-risico NMIBC (n = 240). In de fase III ATLAS-studie werd UGN-102 (n = 142), met of zonder transurethrale resectie van de blaastumor (TURBT), vergeleken met alleen TURBT (n = 140) binnen dezelfde patiëntenpopulatie. Beide studies leverden positieve resultaten op, waarbij complete responsen na 3 maanden werden waargenomen bij respectievelijk 79,2% (ENVISION) en 64,8% (ATLAS, UGN-102-groep).

Tijdens ASCO GU presenteerden onderzoekers een poster met aanvullende gegevens over beide studies, waaronder de kans op het aanhouden van een complete respons. In de ENVISION-studie was de kans dat een complete respons na 3 maanden aanhield tot 12 maanden 82,3%. In de ATLAS-studie was dit 79,9% in de UGN-102-groep en 67,7% in de TURBT-groep. De mediane duur van de respons was in alle onderzoeksarmen nog niet bereikt vanwege het lage aantal recidieven. In de ENVISION-studie had 17,3% van de deelnemers een recidief; in de ATLAS-studie was dit 19,6% in de UGN-102-groep en 27% in de TURBT-groep.

De meest voorkomende bijwerking van UGN-102 in beide studies was dysurie, gerapporteerd bij 22,5% van de patiënten in ENVISION en 30,4% in ATLAS.

De resultaten suggereren dat UGN-102 een effectieve en goed verdragen behandelingsoptie is voor patiënten met laaggradig, intermediair-risico NMIBC.

Bron:

  1. Prasad S, Hu B, Bjurlin M, et al. Treatment of low-grade intermediate-risk non-muscle-invasive bladder cancer with UGN-102: results of the phase 3 ATLAS and ENVISION studies. ASCO GU 2025, abstract 777.

Update EV-302: aanhoudend effect van enfortumab vedotin plus pembrolizumab bij urotheelcelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Update EV-302: aanhoudend effect van enfortumab vedotin plus pembrolizumab bij urotheelcelcarcinoom

Cemiplimab plus chemotherapie effectief bij peniscarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Cemiplimab plus chemotherapie effectief bij peniscarcinoom

Lenvatinib plus belzutifan effectief bij eerder behandeld gevorderd niercelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Lenvatinib plus belzutifan effectief bij eerder behandeld gevorderd niercelcarcinoom

Geen OS-voordeel van toevoegen cabozantinib aan nivolumab plus ipilimumab bij gevorderd niercelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Geen OS-voordeel van toevoegen cabozantinib aan nivolumab plus ipilimumab bij gevorderd niercelcarcinoom

Eerstelijns nivolumab plus cabozantinib biedt langdurig voordeel boven sunitinib bij gevorderd niercelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Eerstelijns nivolumab plus cabozantinib biedt langdurig voordeel boven sunitinib bij gevorderd niercelcarcinoom

Mevrometostat toevoegen aan enzalutamide leidt tot PFS-voordeel bij mCRPC

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Mevrometostat toevoegen aan enzalutamide leidt tot PFS-voordeel bij mCRPC

Toevoegen talazoparib aan enzalutamide verbetert overleving mCRPC

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Toevoegen talazoparib aan enzalutamide verbetert overleving mCRPC

Trastuzumab-deruxtecan verbetert progressievrije overleving bij HER2-(ultra)laag gemetastaseerd mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Trastuzumab-deruxtecan verbetert progressievrije overleving bij HER2-(ultra)laag gemetastaseerd mammacarcinoom

Betere kwaliteit van leven met radiotherapie vs. antihormonale therapie bij oudere patiënt met vroegstadium mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker, Radiotherapie

Lees meer over Betere kwaliteit van leven met radiotherapie vs. antihormonale therapie bij oudere patiënt met vroegstadium mammacarcinoom