Mensen met hiv hebben vaker perifeer arterieel vaatlijden (PAD) dan mensen zonder hiv; chronische nierinsufficiëntie (CKD) verergert dit nog eens. Zowel hiv-infectie als CKD is een onafhankelijke risicofactor voor PAD.
Cardiovasculaire aandoeningen vormen een belangrijke oorzaak van morbiditeit onder een vergrijzende hiv-bevolking, maar veel is nog onduidelijk, zoals in welke mate een hiv-infectie het risico op PAD verhoogt.1 Viskovic et al. onderzochten bij voornamelijk mannen met hiv het verband tussen hiv-infectie, PAD en CKD en vergeleken dat met mensen zonder hiv.
Tevens analyseerden zij risicofactoren die verband houden met PAD. Daarvoor werd een cohort bestaande uit 191 personen ≥ 18 jaar gebruikt. Dit waren 50 hiv-geïnfecteerde patiënten uit Kroatië en 141 mensen zonder hiv van de afdeling nefrologie en dialyse van een Italiaans ziekenhuis. Van de 191 deelnemers was 57,6% man met een mediane leeftijd van 51 jaar.
Van de mensen met hiv hadden er 25 CKD; van de 141 mensen zonder hiv waren dat er 68. De prevalentie van PAD was 76% bij de mensen met hiv + CKD, 32% bij de mensen met hiv zonder CKD, 22% bij de mensen zonder hiv maar met CKD, en 14% bij de mensen zonder hiv en zonder CKD. Zowel de aanwezigheid van hiv-infectie als CKD waren geassocieerd met PAD. Een multivariabele analyse toonde aan dat er een significante interactie was van body mass index (BMI) en CKD; tot en met een BMI van 30 kg/m2 hadden patiënten met CKD vaker last van PAD dan de mensen zonder CKD.2
Bronnen:
- Islam FM, et al. Relative risk of cardiovascular disease among people living with HIV: a systematic review and meta-analysis. HIV Med. 2012;13:453-68.
- Viskovic B, et al. The prevalence and risk factors for peripheral artery disease in chronic kidney disease in HIV-infected persons. HIV Glasgow 2020. P068. hivglasgow.org.