Baby’s met een te laag geboortegewicht of die te klein zijn voor de duur van de zwangerschap hebben een 3-4 keer verhoogd risico op het ontwikkelen van NAFLD op jonge leeftijd. Dat blijkt uit een Zweeds gecontroleerd bevolkingsonderzoek dat is gepresenteerd tijden de UEG Week 2023.
Het onderzoek komt voort uit het Zweedse ESPRESSO-cohort. De onderzoekers trokken de zwangerschaps- en geboortegegevens na van alle jongeren tot en met 25 jaar die de diagnose NAFLD kregen tussen 1992 en 2017. De 165 gevallen die ze in het register aantroffen, koppelden ze ieder aan 5 vergelijkbare controlepersonen uit de algemene bevolking.
Kinderen met een geboortegewicht onder 2500 g bleken een 4 keer verhoogd risico te hebben op het ontwikkelen van NAFLD als kind, adolescent of jongvolwassene dan kinderen met een normaal geboortegewicht. Kinderen die te klein waren voor de zwangerschapsduur (onder het 10e percentiel voor de zwangerschapsduur), liepen een 3 keer verhoogd risico in vergelijking met kinderen die geboren zijn met een bij de leeftijd passend gewicht. Bij beide groepen kinderen was vervolgens het relatieve risico om ernstigere vormen van NAFLD te ontwikkelen tot 6 keer vergroot.
Eerder onderzoek heeft al een verband gelegd tussen geboortegewicht en de ontwikkeling van cardiovasculaire aandoeningen of het metabool syndroom op latere leeftijd, de correlatie met NAFLD was nog onduidelijk, aldus hoofdonderzoeker dr. Fahim Ebrahimi. De foetale ontwikkeling speelt volgens hem een belangrijke rol in het ontstaan van NAFLD. Een volledig begrip van de immunologische en metabole onderliggende mechanismen vergt meer onderzoek. “Meerdere studies suggereren dat zowel overvoeding als ondervoeding gedurende de zwangerschap kan leiden tot voortdurende epigenetische veranderingen die het individuele metabolisme levenslang kan aantasten”, aldus Ebrahimi.
Volgens Ebrahimi gaat het om een zeer zorgelijke situatie omdat NAFLD die op jonge leeftijd ontstaat, vaak blijft voortbestaan op volwassen leeftijd. Daarbij is het risico op het ontwikkelen van cirrose en eindstadium leverziekte verhoogd. Ebrahimi: “Het is daarom belangrijk om proactief effectieve strategieën te ontwikkelen, zoals vroege en gerichte screening om individuen at-risk op te sporen en de ziektelast te verminderen.”
Bron: