De C3/C3b-remmer pegcetacoplan leidt tot een afname van proteïnurie en C3c-kleuring, en tot eGFR-stabilisatie vergeleken met placebo bij patiënten met C3-glomerulopathie of primaire IC-MPGN, zo bleek uit de VALIANT-trial. Het middel werd bovendien goed verdragen, vertelde hoogleraar kindernefrologie Carla Nester van de University of Iowa in de tweede High-Impact Clinical Trials-sessie.
Pegcetacoplan (PEG) is een gepegyleerde pentadecapeptide dat gericht is tegen het proximale complementeiwit C3. In de internationale, dubbelblinde VALIANT-trial onderzochten Nester en haar collega’s de effectiviteit en veiligheid van PEG bij adolescenten (12 jaar en ouder) en volwassenen met complement-3-glomerulopathie (C3G) of primaire immuuncomplex membranoproliferatieve glomerulonefritis (IC-MPGN), zowel vóór een niertransplantatie als bij recidief na transplantatie. De onderzoekers randomiseerden 124 patiënten naar PEG (infusie 2x per week subcutaan; n = 63) of naar placebo (n = 61) gedurende 26 weken. Vervolgens berekenden ze voor beide groepen de proteïne creatinineratio in urine (uPCR) in week 26 ten opzichte van baseline.
Na 26 weken bleek PEG proteïnurie te verminderen met 68,3% (95%-BI –76,3 tot –57,7) vergeleken met placebo (p < 0,0001). Dit resultaat was consistent in alle subgroepen ongeacht ziektebeeld, leeftijd en transplantatiestatus. Bovendien was er ten opzichte van de placebogroep in de PEG-groep een robuuste vermindering van C3c-kleuring in het nierbiopt en een klinisch relevante stabilisatie van de eGFR. In beide behandelarmen traden ongeveer evenveel en even ernstige bijwerkingen op. De 4 gevallen van ernstige infectie die optraden, 3 in de PEG-groep en 1 in de placebogroep, werden geen van allen veroorzaakt door een ingekapselde bacterie. Verder overleed 1 deelnemer uit de PEG-groep aan COVID-19.
“PEG is de eerste therapie die consistent positieve resultaten oplevert bij patiënten met verschillende kenmerken en het middel werd bovendien goed verdragen,” concludeerde Nester.
Bron: