Zweeds onderzoek laat zien dat de meeste mensen met erfelijke netvliesdystrofie een of meer vormen van comorbiditeit hebben. Hoewel het voornamelijk oogaandoeningen betreft, komen hypertensie en trauma ook voor. Deze patiënten behoeven multidisciplinaire zorg, zodat ze optimaal behandeld kunnen worden.
Met behulp van gegevens uit het landelijke Zweedse patiëntenregister zijn door de onderzoekers alle patiënten met een erfelijke netvliesaandoening over een periode van 20 jaar (2001-2021) geïdentificeerd. In totaal ging het om 5.165 patiënten van alle leeftijden. Van hen was 50,4% man; 35,3% was tussen de 36 en 60 jaar ten tijde van de diagnose. Uit deze groep had 78,6% minstens 1 comorbiditeit tijdens de follow-upperiode (die eindigde in 2021), 25% had 2 comorbide aandoeningen en 15,5% had er 3. Slechts 21% van deze patiënten had geen enkele vorm van comorbiditeit. Naast oogaandoeningen, zoals onder meer leeftijdsgerelateerde cataract, glaucoom, maculadegeneratie en nachtblindheid (51%), waren trauma (35%) en hypertensie (20%) de meest gediagnosticeerde vormen van comorbiditeit bij zowel mannen als vrouwen met erfelijke netvliesdystrofie. Bij de vergelijking tussen mannen en vrouwen kwamen depressie (p < 0,001) en oogaandoeningen (p < 0,001) vaker bij vrouwen voor.
Na correctie voor leeftijd en jaar van de diagnose van erfelijke netvliesdystrofie bleken vrouwen een hogere kans op depressie te hebben (OR = 1,36), maar dat gold niet voor andere oogaandoeningen (OR = 1,12). Alleen hypertensie werd in verband gebracht met een hoger sterftecijfer (IRR = 1,39); oogaandoeningen waren geassocieerd met een lager sterftecijfer (IRR = 0,77). Patiënten die een trauma ervoeren, hadden geen statistisch significant hoger sterftecijfer vergeleken met de patiënten zonder trauma (IRR = 1,04).
Bron:
Wennberg A, Häbel H, Feldman AL, et al. Comorbidities Among Inherited Retinal Dystrophy Patients in Sweden: A National Patient Register StudY. EURETINA Congress 2023, abstract ID 4288.