Mensen die aan chemseks doen die gepaard gaat met schadelijk druggebruik of -afhankelijkheid, hebben mogelijk meer vroege traumatische ervaringen, emotionele ontregeling, slechtere zelfzorg en hechtingsproblematiek dan mensen die geen chemseks hebben. Therapie gericht op traumaverwerking, zelfzorg en emotionele normalisatie kan deze populatie ten goede komen.
In een Spaanse studie is onderzocht of verschillende psychologische variabelen geassocieerd zijn met chemsekspraktijken. Een groep homo-, biseksuele en andere mannen die seks met mannen hebben en aan chemseks deden (n = 41) vulde een online vragenlijst in, evenals een controlegroep die geen chemseks had (n = 39). In de chemseks-groep kwamen hogere percentages hiv-infectie voor dan in de niet-chemseksgroep (70,7 vs. 25,6%), waren vaker werkloos of niet-werkzame studenten (40 vs. 16,4%) en bleken vaker niet in Spanje geboren te zijn (43,9 vs. 15,4%). Deelnemers die zich bezighielden met chemseks hadden significant slechtere scores op het gebied van zelfzorg, emotionele ontregeling en eerdere traumatische ervaringen, na correctie voor geboorteplaats en huidige werksituatie. Tevens hadden deze mannen vaker hechtingsstoornissen en hadden zij in hun jeugd vaker ernstige economische problemen meegemaakt, na correctie voor alle variabelen. Dat gold ook voor seksueel misbruik door familieleden of anderen.
De meest gebruikte drugs tijdens chemseks waren mefedron (100%), crystal meth (88%), gamma-hydroxyboterzuur/gamma-butyrolacton (GHB/GBL; 90%), ketamine (68%) en cocaïne (66%). In de chemseksgroep gaven alle deelnemers aan dat er sprake was van schadelijk druggebruik; mogelijk is er bij 34% sprake van afhankelijkheid.
Bron
Gonzalez-Baeza A, et al. Early sexual abuse, insecure attachment in childhood, emotional dysregulation and poor self-care among gay, bisexual and other men who have sex with men engaged in chemsex. EACS 2021, abstract PE7/15.