Trimetazidine dat wordt toegediend na een succesvolle percutane coronaire interventie (PCI) leidt tóch niet tot betere resultaten bij patiënten met chronische of acute coronaire syndromen. Dit concluderen onderzoekers in de ATPCI-studie.
Hoewel PCI de uitkomsten van acute patiënten na revascularisatie verbetert en symptomen kan verlichten bij chronische patiënten die niet op medicatie reageren, hebben studies aangetoond dat – ondanks antiangineuze therapie en succesvolle PCI – angina bij 30% van de patiënten terugkeert.
Er is tot nu toe weinig bekend over de voordelen van antiangineuze middelen zoals trimetazidine na PCI. De gerandomiseerde ATPCI-studie onderzocht daarom het effect van trimetazidine dat werd toegevoegd aan de standaardbehandeling na PCI. In tegenstelling tot gebruikelijke anginamedicatie die vasodilaterend werken, beschermt trimetazidine het myocard tegen ischemie door het metabolisme van het hart te verbeteren en het gebruik van glucose te bevorderen.
Aan de studie werd deelgenomen door 6007 patiënten die allen een succesvolle PCI hadden ondergaan, hetzij electief vanwege stabiele angina (n = 3490), hetzij urgent vanwege onstabiele angina of een myocardinfarct zonder ST-elevatie (n = 2517). De deelnemers werden 1:1 gerandomiseerd naar een behandeling met trimetazidine of placebo. Het primaire samengestelde eindpunt was cardiale sterfte, ziekenhuisopname vanwege een hartaandoening, of terugkerende dan wel aanhoudende angina die leidt tot een aangepaste behandeling met antiangineuze middelen of coronaire angiografie.
Na een mediane follow-up van vijf jaar trad het primaire eindpunt op bij 700 (23,3%) patiënten in de trimetazidine-groep en 714 (23,7%) patiënten in de placebogroep (p = 0,7). Er was geen verschil in het aantal bijwerkingen tussen de groepen.
Bron