Patiënten met een TP53-gemuteerde acute myeloïde leukemie (AML) die worden behandeld met venetoclax en decitabine hebben een slechtere overleving dan patiënten zonder TP53-mutaties.1
Een 10-daagse behandeling met decitabine heeft eerder een hoge werkzaamheid laten zien bij TP53-gemuteerd AML.2 De onderzoekers gingen nu na of het toevoegen van venetoclax de uitkomsten van deze hoogrisicopatiënten verder zou kunnen verbeteren. Aangezien een recente preklinische studie suggereert dat TP53-mutaties zijn geassocieerd met resistentie tegen venetoclax, werd de combinatie bestudeerd bij niet eerder behandelde AML-patiënten.3
In totaal ontvingen 121 patiënten van 60 jaar en ouder een behandeling bestaande uit decitabine 20 mg/m2 gedurende 10 dagen iedere 4 tot 6 weken, gevolgd door decitabine gedurende 5 dagen na CR/CRi. Deelnemers kregen eveneens dagelijks venetoclax (oraal; 400 mg/dag) op dag 1 tot 28 van cyclus 1 en op dag 1 tot 21 van daaropvolgende cycli.
Bij 37 van de 121 deelnemers (31%) werden TP53-mutaties aangetroffen. CR/CRi in het gehele cohort was 69% (n = 84), met negatieve meetbare restziekte (MRD) bij 42% van de patiënten (n = 51). Bij TP53mut-patiënten was de CR lager dan bij TP53WT-patiënten, namelijk 35% versus 57% (p = 0,026). De CR/CRi was respectievelijk 54% en 76% (p = 0,015) en de MRD-negativiteit 19% versus 52% (p = 0,001). De mortaliteit na 60 dagen was hoger onder TP53mut-patiënten (27%) dan onder TP53WT-patiënten (2%; p < 0,001). De mediane totale overleving (OS) was 5,2 maanden bij de TP53mut-patiënten en 19,4 maanden bij de TP53WT-patiënten (HR 4,68; 95%-BI 2,50-8,78; p < 0,001).
Bronnen
2. Welch JS, et al. TP53 and decitabine in acute myeloid leukemia and myelodysplastic syndromes. N Engl J Med. 2016 Nov 24;375(21):2023-36.
3. Nechiporuk T, et al. The TP53 apoptotic network Is a primary mediator of resistance to BCL2 inhibition in AML cells. Cancer Discov. 2019 Jul;9(7):910-25.