Dat schildklieraandoeningen en zwangerschap een lastige combinatie vormen, is bekend. De meeste studies bij vrouwen met opeenvolgende miskramen richten zich op antistoffen tegen thyroperoxidase (TPOAb) zonder te kijken naar antistoffen tegen thyroglobuline (TgAb). Deense onderzoekers hebben gekeken of er een verband is tussen TgAb en zich herhalende miskramen.
De onderzoekers vergeleken vrouwen met opeenvolgende miskramen (‘repeated pregnancy loss’, RPL) met gezonde controlepersonen. Het primaire eindpunt was de aanwezigheid van positiviteit op TgAb, secundair eindpunt was de relatie tussen positiviteit op TgAb en een levende geboorte bij een volgende zwangerschap.
In totaal zijn de gegevens van 3869 vrouwen geanalyseerd. In de RPL-groep was de prevalentie van TPOAb-positiviteit 3,6-27%, vergeleken met 2,3-29% in de controlegroep. Vrouwen in de RPL-groep hadden ten opzichte van de controlegroep een OR voor TgAb-positiviteit van 2,21 (95%-BI 1,54-3,12; I2 = 36%) en een OR voor TPOAb- en/of TgAb-positiviteit van 2,23 (95%-BI 1,45-3,44; I2 = 61%).
Twee studies naar de uitkomst van de volgende zwangerschap na verwijzing bij TgAb-positiviteit vergeleken met TgAb-negatieve vrouwen leverden zeer heterogene resultaten op. Eén studie rapporteerde een bijna gelijk risico op een miskraam (OR 0,96), de andere rapporteerde een OR van 10,0 voor zwangerschapsverlies bij TgAb-positieve vrouwen. Een meta-analyse kon hierdoor niet worden uitgevoerd.
Duidelijk is dat vrouwen met RPL significant vaker TgAb-positief waren dan gezonde controlepersonen, onafhankelijk van TPOAb-positiviteit. Door de grote verschillen binnen de onderzoekspopulatie en het ontbreken van prospectief onderzoek zijn er geen conclusies mogelijk over een eventuele relatie tussen TgAb en het aantal levende geboortes.
Bron