Bij patiënten die geïnfecteerd zijn met zowel hiv als tuberculose (TB) is de veiligheid onderzocht van een verdrievoudigde dosis rifampicine. Dit leidde niet tot meer bijwerkingen bij patiënten die antiretrovirale therapie (ART) kregen, leek de kweekconversie te stimuleren, en veranderde de farmacokinetiek van dolutegravir (DTG) niet. Interacties met efavirenz (EFV) moeten wel nader worden onderzocht.
De gerandomiseerde fase IIb-trial is uitgevoerd omdat er signalen waren dat bij behandeling van TB rifamycines de effectiviteit van die behandeling zou kunnen verhogen en tegelijk de behandelduur voor TB terugdringen. Omdat het effect van dosisescalatie van de rifamycine rifampicin voornamelijk is onderzocht bij hiv-negatieve patiënten, was er speciale aandacht voor de mogelijke effecten op de farmacokinetiek van EFV en DTG.
Voor de trial werden 120 volwassen patiënten uit Oeganda geworven die waren besmet met zowel TB als hiv. De deelnemers die pas de diagnose TB hadden gekregen, werden gerandomiseerd naar een standaard dosis of een hoge dosis rifampicine (resp. 10 of 35 mg/kg), naast standaardbehandeling. De deelnemers die nog geen ART kregen, werden gerandomiseerd naar ART met EFV of DTG.
De geometrische gemiddelde DTG-concentratie na 12 uur was in beide groepen vergelijkbaar: respectievelijk 0,32 en 0,30 mg/l (p = 0,91). De EFV-concentraties waren niet-significant lager bij patiënten die hoog gedoseerde rifampicine kregen (3,68 versus 7,27; p = 0,054), al was de spreiding groot. Bijwerkingen van graad 3 of 4 kwamen in de hoog gedoseerde (6 van 71) groep niet vaker voor dan in de standaard gedoseerde groep (5 van 84). Van de bijwerkingen waren er 6 ernstig; 3 in elke groep. Sputumconversie na 8 weken was hoger in de hoog gedoseerde groep: 25 van 29 (86,2%) versus 22 van 35 (62,9%).
Bron
Sekaggya-Wiltshire C, et al. PK and safety of high-dose rifampicin in TB/HIV coinfected patients on EVF or DTG. Virtual CROI 2021, abstract 95. https://ww2.aievolution.com/cro2101/index.cfm?do=abs.viewAbs&abs=1798