Hiv-patiënten worden steeds ouder: in de VS is in 2030 ongeveer een kwart van hen ≥ 65 jaar. Daarmee stijgt in deze populatie ook de kans op meerdere comorbiditeiten, waaronder depressie, diabetes en leveraandoeningen. Dit blijkt uit simulatiemodellen die werden gepresenteerd tijdens het virtuele CROI-congres 2021.
Het project is genaamd ‘ProjEcting Age, MultimoRbidity, and PoLypharmacy’ (PEARL) en betreft simulaties (2009 tot 2030) van hiv en comorbiditeiten bij hiv-patiënten die ART gebruiken. PEARL doet voorspellingen over negen belangrijke categorieën comorbiditeit bij hiv: angst en depressie, behandelde hypertensie, diabetes, hyperlipidemie, chronische nierziekte (CKD), kanker, myocardinfarct (MI) en eindstadium leverziekte (ESLD). Bij de voorspellingen wordt rekening gehouden met roken, hepatitis C-infectie en verandering van het lichaamsgewicht (BMI) twee jaar na het starten met ART.
De gemiddelde leeftijd van hiv-patiënten in de VS stijgt tussen 2020 en 2030 van 50 naar 53 jaar, aldus dr. Parastu Kasaie van de Johns Hopkins University in Baltimore, die de resultaten presenteerde. Het aantal hiv-patiënten ≥ 65 jaar was tussen 2013 en 2018 al verdubbeld van 53.000 tot 105.000, vertelde zij. In 2030 zal 25% van de hiv-patiënten ≥ 65 jaar zijn, en de helft > 53 jaar. Ze vertelde dat de prevalentie van multimorbiditeit (> 2 fysieke comorbiditeiten) tussen 2020 en 2030 bij ART-gebruikers zal stijgen van 678.000 patiënten (30%) naar 929.000 (36%). De geprojecteerde toename van angst is 0,113, van depressie 0,02, chronische nierziekte 0,094, diabetes 0,086, kanker 0,006, MI 0,059 en eindstadium leverziekte 0,001. De incidentie van hyperlipidemie (-0,016) en hypertensie (-0,042) zullen naar verwachting dalen.
Dr. Kasaie concludeerde: “Het is onzeker of de huidige gezondheidszorg voldoende zorg zal kunnen bieden aan hiv-patiënten met multimorbiditeit, nu ze steeds ouder worden. Dit demonstreert de behoefte aan nieuwe modellen voor hiv-zorg waarin extra aandacht is voor de preventie en behandeling van comorbiditeiten bij ouderen met hiv.”
Bron