Trombo-embolische events komen bij SARS-CoV-2-patiënten net zo vaak voor als onder de algemene bevolking. Het is echter wel opvallend dat de mortaliteit bij deze populatie in de eerste maand van de follow-up significant hoger is. Mogelijk duidt dit toch op een slechtere prognose en meer complicaties voor mensen met SARS-CoV-2-infectie.
Bij mensen die wegens een SARS-CoV-2-infectie in het ziekenhuis zijn opgenomen, wordt een link gelegd met een verhoogde incidentie van trombo-embolische gebeurtenissen. Dit is met name het geval bij de zogenaamde ‘critical care’-patiënten. Het mogelijk hogere risico dat deze populatie loopt op trombo-embolische events na ontslag uit het ziekenhuis, blijft echter controversieel.
Santos et al. onderzochten het bewijs met betrekking tot de incidentie van trombo-embolische events tijdens de follow-up van patiënten met SARS-CoV-2. Dit werd gedaan aan de hand van vijf studies waarin 3691 SARS-CoV-2-patiënten waren geïncludeerd. De gemiddelde leeftijd was 56,3 jaar, 55,8% was man en 12,5% van de patiënten was op de intensive care (IC) opgenomen met een mediane follow-up van 38,6 dagen.
In totaal telden de onderzoekers 121 trombo-embolische events (3,28%). Het percentage acute pulmonale embolieën bedroeg 0,003%; voor veneuze trombo-embolie was dit 0,001% en voor ischemische beroerte 0,006%. In 1,23% van de gevallen was sprake van andere gedocumenteerde trombo-embolische events, zoals een cardiale trombus of een getromboseerde arterioveneuze fistel. Grote bloedingsevents deden zich in de follow-up van de SARS-CoV-2-patiënten bij 2,38% voor. Het percentage sterftegevallen was 2,87% waarvan de etiologie echter onbekend was.
Bron:
Santos H, et al. Thromboembolic events in the follow up of COVID-19 patients. Heart Failure 2021.