Toevoeging van vericiguat aan medicamenteuze behandeling die conform de richtlijn wordt gegeven bij patiënten met recent verslechterend hartfalen (HF), verminderde cardiovasculaire (CV) sterfte en eerste ziekenhuisopname wegens HF in vergelijking met placebo.
In de fase III VICTORIA-studie is het effect van vericiguat geëvalueerd bij patiënten met symptomatisch chronisch HF na een verslechterend HF-event. Het primaire eindpunt van de studie was de tijd totdat de samenstelling van CV-sterfte of HHF zich voor het eerst voordeed. In totaal werden 5050 patiënten geïncludeerd die ofwel behandeld werden met vericiguat (n = 2519) ofwel met placebo (n = 2515).
De resultaten toonden aan dat het primaire eindpunt van CV-sterfte en eerste HF-ziekenhuisopname in de vericiguat-groep was verlaagd in vergelijking met de placebogroep (HR 0,90; p = 0,019). Vericiguat gaf een absolute eventreductie van 4,2 per 100 patiëntjaren ten opzichte van placebo. Tevens reduceerde vericiguat (eerste en herhaalde) HHF in vergelijking met placebo (HR 0,90; p = 0,048). Ook in diverse vooraf gespecificeerde subgroepen, zoals patiënten met uiteenlopende geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR), wel of geen sacubitril/valsartan op baseline, verschillende spiegels NT-proBNP op baseline, vielen de uitkomsten vrijwel allemaal uit ten gunste van vericiguat (met uitzondering van het hoogste kwartiel NT-proBNP).
Het bijwerkingenprofiel en de incidentie van ernstige bijwerkingen waren tussen vericiguat en placebo vergelijkbaar. Kleine verschillen tussen beide groepen deden zich voor in de percentages symptomatische hypotensie (9% met vericiguat en 8% met placebo) en syncope (resp. 4% en 3%).
Verslechterende HF is voor het eerst erkend in de onlangs herziene European Society of Cardiology (ESC)-richtlijnen. In die richtlijnen heeft vericiguat een klasse IIb-aanbeveling gekregen als enige behandeling bovenop de volgens de richtlijn aangewezen medicamenteuze behandeling met angiotensine-converterend enzym (ACE)-remmers of een angiotensine-receptor neprilysineremmer (ARNi), een bètablokker en een mineraalcorticoïd receptorantagonist (MRA) om het risico op CV-mortaliteit of HHF te reduceren.
Bron:
Pieske B. A new sGC stimulator for patients following a worsening HF event. ESC Congress 2021.