In een landelijke gerandomiseerde trial die is uitgevoerd in de Verenigde Staten werd geen bewijs gevonden dat hoge doses vitamine D zinvol zijn als toevoeging aan de behandeling met glatirameeracetaat. De kans op relapses bleef onveranderd.
Vitamine D-insufficiëntie is een risicofactor voor het ontstaan van MS, maar onduidelijk is of het bij reeds bestaande MS de prognose kan beïnvloeden. MS-patiënten willen hier nogal eens naar informeren. Om het mogelijk positieve effect van vitamine D-suppletie bij MS te onderzoeken, is de Vitamin D to Ameliorate MS (VIDAMS) trial opgezet. Aan deze gerandomiseerde, dubbelblinde trial namen 16 Amerikaanse behandelcentra deel. Het additionele effect van laaggedoseerde vitamine D (600 International Units per dag) werd vergeleken met dat van hooggedoseerd vitamine D (600 International Units per dag), in beide gevallen als toevoeging aan glatirameeracetaat (GA).
De 172 deelnemers waren tussen de 18 en 50 jaar, gebruikten GA, hadden onlangs nog ziekteactiviteit ondervonden, hadden een Expanded Disability Status Scale (EDSS) score < 4,0, en een vitamine D-spiegel van minimaal 15 ng/ml. Ze werden 1:1 gerandomiseerd naar laag- of hooggedoseerd vitamine D en tot 96 weken gevolgd. De resultaten van 165 deelnemers werden in de analyse verwerkt.
In de laag- en de hooggedoseerde groep was het percentage deelnemers dat tijdens de follow-up een bevestigde relapse had gekregen gelijk, namelijk respectievelijk 32 en 34% (p = 0,60). De hazard ratio (HR) was 1,17 (95%-BI 0,67-2,05, p = 0,57). Ook de relapse rate per jaar (ARR) verschilde niet: deze was respectievelijk 0,20 (0,11-0,35) en 0,34 (0,20-0,56) (p = 0,07), met een HR van 1,70 (0,97-2,97, p = 0,06). Andere secundaire klinische en MRI-uitkomsten verschilden evenmin in een klinisch relevante mate.
Volgens de auteurs heeft deVIDAM-trial hiermee klasse I-bewijs geleverd dat hooggedoseerde vitamine D-suppletie, toegevoegd aan GA, de ziekteactiviteit bij RRMS niet verlaagt.