De QuANTUM-First-studie toont dat onderhoudstherapie met quizartinib klinisch voordeel biedt voor patiënten met nieuw gediagnosticeerde FLT3-ITD+ acute myeloïde leukemie (AML). Onderhoudstherapie met quizartinib was geassocieerd met een betere progressievrije (PFS) en totale overleving (OS), een hogere kans op MRD-negativiteit en langdurige remissies dan onderhoudstherapie met placebo.
Onderhoudstherapie wordt binnen de hematologie en ook bij AML steeds meer erkend als een belangrijke behandelingsoptie voor het verbeteren van de resultaten op de lange termijn. In de internationale QuANTUM-First-studie ontvingen 208 van de 539 gerandomiseerde patiënten onderhoudstherapie (116 met quizartinib [Q] en 92 met placebo [P]). De mediane duur van onderhoudstherapie was 16 cycli voor de Q-groep en 17 cycli voor de P-groep.
Na een mediane follow-up van 39,2 maanden was de 3-jaars-OS 79,9% in de Q-groep versus 71,1% in de P-groep, met een hazard ratio (HR) van 0,683 in het voordeel van Q. Bij patiënten zonder voorafgaande allo-HCT werd een HR van 0,401 voor OS gezien, wat een significant voordeel voor Q suggereert. Onder de 166 patiënten die CR bereikten na de inductiebehandeling en vervolgens onderhoudstherapie ontvingen, was de 3-jaars recidiefvrije overleving (RFS) 67,1% voor Q versus 59,6% voor P. De cumulatieve incidentie van recidief (CIR) na 3 jaar was lager in de Q-groep (25,9%) dan in de P-groep (34,4%).
Daarnaast was het percentage patiënten dat MRD-negatief werd aan het einde van de inductie- en consolidatiefase hoger bij Q (63,2%) dan bij P (47,1%). HR voor RFS was in het voordeel van Q bij zowel MRD-negatieve als MRD-positieve patiënten, met een betere HR voor OS in het voordeel van Q bij MRD-negatieve patiënten in vergelijking met MRD-positieve patiënten.
Bron