In een studie van de Amsterdamse GGD zijn 4 verschillende soorten beloop van long-COVID vastgesteld. Het beloop lijkt samen te hangen met ziektebeleving in de tijd. Opvallend: bij sommigen verergeren de klachten met de tijd en geen enkel beloop kent een lineair traject.
Er is nog weinig bekend over de verergering van long-COVID-klachten in de tijd en de prognose op langere termijn. “Daarom wilden we het beloop op lange termijn gedetailleerd in kaart brengen op groepsniveau en kijken of er bepaalde determinanten zijn die het beloop beïnvloeden”, vertelt sociaal-geneeskundige Elke Wynberg, verbonden aan het Amsterdam UMC.
RECoVERED-cohort
De onderzoekers gebruikten gegevens van het prospectieve cohort RECoVERED. Wynberg: “Dit cohort bestaat uit volwassenen van 16 jaar en ouder die een bevestigde SARS-CoV-2-infectie hadden tussen mei 2020 en juni 2021. Zij vulden 2 jaar lang vragenlijsten in over hun klachten, waarbij we 20 symptomen uitvroegen. In de Brief Illness Perception Questionnaire gaven deelnemers inzicht in subdomeinen, zoals gevolgen, verwachting van de behandeling en beleving van de klachten. Daarnaast keken we naar sociodemografische factoren, namen we samples af en deden we lichamelijk onderzoek.”
Groepsmodellen
De onderzoekers konden 4 verschillende soorten groepsgebaseerde trajectmodellen onderscheiden met behulp van lineaire mixed-effectsmodellen. Daarin namen zij ook covariaten mee, zoals leeftijd, geslacht, BMI, ernst, gemiddelde B-IPQ-scores en de start van de infectie (eerste golf tot 1 juni 2020 of latere golven). In de multivariabele analyse hadden deelnemers in traject 4 (grootste aantal klachten, 9,0%) een hogere kans dan degenen in traject 1 (laagste aantal klachten, 24,5%) op overgewicht (OR 5,0; 95%-BI 3,6-6,4) en vrouwelijk geslacht (OR 11,1; 95%-BI 9,9-12,3). Dit komt overeen met veel andere onderzoeken.”
Klachten variëren
Wynberg: “Klinische implicaties van ons onderzoek laten zien dat de hoeveelheid klachten hetzelfde kan blijven, maar er wel individuele fluctuaties kunnen ontstaan. Zo namen vermoeidheid en spierpijn bij sommigen toe met de tijd. Er is dus niet altijd sprake van een lineair beloop. Ook de mate van ziektebeleving heeft een sterke associatie met het aantal klachten.”
Bron: