De resultaten van de POPular TAVI-studie trekken de huidige aanbevelingen wat betreft trombocytenaggregatieremmers na transcatheter aortic valve implantation (TAVI) bij patiënten die geen orale antistolling gebruiken in twijfel. De resultaten van de studie werden door Jorn Brouwer (St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein) gepresenteerd.
Het risico op bloedingen en ischemische complicaties na TAVI is hoog. Om de kans op een trombo-embolie te verminderen, bevelen richtlijnen aan om gedurende drie tot zes maanden na de procedure clopidogrel toe te voegen aan een behandeling met aspirine. Exploratieve studies suggereren echter dat het tijdelijk toevoegen van clopidogrel het risico op ernstige bloedingen vergroot.
De POPular TAVI-studie onderzocht de beste antitrombotische behandeling na TAVI in twee cohorten: patiënten die geen orale anticoagulantia gebruiken (cohort A) en patiënten die chronisch orale anticoagulantia gebruiken (cohort B). De resultaten van cohort B zijn eerder in NEJM gepubliceerd, inmiddels zijn ook de resultaten van cohort A bekend.
In totaal werden 665 patiënten zonder indicatie voor orale anticoagulantia willekeurig toegewezen aan dagelijks aspirine alleen (n = 331) of aspirine met drie maanden ook clopidogrel (n = 334).
Na een jaar follow-up bleken bloedingen minder vaak op te treden in de aspirine-groep (50 patiënten; 15,1%) in vergelijking met de groep die aspirine plus clopidogrel kreeg (89 patiënten; 26,6%) (RR 0,57; 95%-BI 0,42-0,77; p = 0,001). Bloedingen en trombo-embolie traden op bij 76 patiënten (23,0%) in de aspirine-groep, vergeleken met 104 patiënten (31,1%) die naast aspirine ook clopidogrel kregen (RR 0,74; 95-BI 0,57-0,95; p = 0,04). Trombo-embolie alleen trad op bij 32 patiënten (9,7%) in de aspirine-groep, vergeleken met 33 patiënten (9,9%) die aspirine plus clopidogrel kregen.
Bron