Bij niet eerder behandelde NSCLC-patiënten met mutaties in het tyrosinekinasedomein van de HER2-receptor leidt de orale HER2-remmer zongertinib tot een hoge respons. In de fase Ib Beamion LUNG-1-studie was de respons 66,7%.
Bij NSCLC is het zeldzaam dat een drivermutatie zich bevindt in de HER2-receptor. HER2-mutaties zijn aanwezig bij ongeveer 2 tot 4% van de patiënten en zijn geassocieerd met een slechte prognose en een relatief hoge incidentie van hersenmetastasen. Onderzoekers uit onder meer het Antoni van Leeuwenhoek gingen na of de HER2-TKI zongertinib in deze setting effectief is. Zongertinib is een derdegeneratie-HER2-TKI die zowel bindt aan wildtype- als gemuteerde HER2-receptoren, maar niet aan de wildtype-EGFR-receptor, waardoor hieraan gerelateerde toxiciteit niet ontstaat. De onderzoekers presenteerden tijdens WCLC de resultaten van cohort 1 van de Beamion LUNG-1 studie, met eerder behandelde patiënten met een mutatie in het tyrosinekinasedomein van de HER2-receptor.
Zij lieten zien dat de onafhankelijk bepaalde objectieve responskans (ORR) bij een dosering van 120 mg (n = 75) 66,7% was. Afname van de tumorgrootte werd gezien bij 94% van de patiënten. De duur van de respons en de progressievrije overleving (PFS) konden nog niet worden bepaald, omdat twee derde van de patiënten nog werd behandeld op het moment dat de gegevens werden verzameld. Verder meldden de onderzoekers dat de behandeling gepaard ging met een veelbelovende intracraniële activiteit.
Daarbij werd zongertinib goed verdragen. De bijwerkingen waren veelal mild, waaronder de meest voorkomende bijwerkingen, namelijk diarree en huiduitslag. Bij 11% van de patiënten was een dosisreductie nodig en 3% stopte met de behandeling wegens bijwerkingen.
Zongertinib wordt verder onderzocht in Beamion LUNG-2, een fase III-studie waarin het medicijn zal worden vergeleken met standaardzorg bij patiënten met gevorderd NSCLC met HER2-mutaties.
Bron: