De belangrijkste verklaring voor het verschil tussen mensen is niet de variatie in genen, maar in de wijze waarop de genen worden aangestuurd. Dat meldt onderzoek van het European Molecular Biology Laboratory (EMBL) in Heidelberg en de universiteiten van Yale en Stanford in een publicatie in Science.
Niet-coderend DNA
De onderzoekers onder leiding van Jan Korbel van het EMBL en Michael Snyder van Stanford University waren de eerste die individuele genoomanalyses naast elkaar legden om een verklaring te vinden voor de verschillen in genregulatie van tien personen. Daarbij letten zij vooral op de niet-coderende gendelen die tussen het dna ligt dat wel voor eiwitten codeert. Dit dna kan dienen als een aanhechtingspunt voor regulerende eiwitten (transcriptiefactoren).
Bindingsplek
Zij vonden bij deze tien personen dat zeker een kwart van alle humane genen op een verschillende wijze wordt aangestuurd. Deze variatie is veel groter dan de variatie in de genen zelf. Veel van deze regulatieverschillen hebben te maken met veranderingen in de dna-volgorde van de bindingsplek van de transcriptiefactoren. Soms verschilt het dna slechts in één base van een basentriplet, andere keren is een groot deel van het dna gewijzigd.
Interacties
Maar de meeste variaties in de aansturing zijn niet zo eenvoudig uit te leggen. Dat wijst er volgens de onderzoekers op dat transcriptie-eiwitten niet in hun eentje werken maar op elkaar reageren en interacties met elkaar aangaan. Ze bedachten een methode om de gevallen te identificeren waar de mogelijkheid van een eiwit om een gen aan of uit te zetten aangetast kan zijn door een ander eiwit dat zich in de buurt aan het dna heeft gehecht. De methode maakt het mogelijk om te zien waar variatie door interacties optreden zonder dat alle transcriptiefactoren moeten worden bestudeerd.