Adjuvante chemoradiatie lijkt veelbelovende behandeloptie voor patiënten met vroegstadium rectumcarcinoom

Delen via:

Een lange adem moet je als onderzoeker van de TESAR-studie wel hebben. Door problemen met de inclusie loopt deze studie naar de optimale behandeling van patiënten met vroegstadium rectumcarcinoom al zeker 8 jaar. Er werd dan ook uitgekeken naar de resultaten van de interimanalyse. Laura Moolenaar (PhD-student, Amsterdam UMC) presenteerde deze tijdens de Digestive Disease Days. Samen met de geestelijk vader van de TESAR-studie, prof. dr. Jurriaan Tuynman (gastro-intestinaal chirurg, Amsterdam UMC), gaat zij in op het verloop van de studie en – uiteraard – de belangrijkste resultaten.

“Het idee van de TESAR-studie stamt al uit 2010, toen ik me in Oxford specialiseerde in de chirurgische behandeling van het rectumcarcinoom”, vertelt Jurriaan Tuynman, sinds 1 mei hoogleraar met als aandachtsgebied de behandeling van darmkanker. “Als na lokale excisie van een vroegstadium rectumcarcinoom blijkt dat er histopathologische risicofactoren aanwezig zijn, zoals lymfangio-invasie, hooggradige tumorbudding en een slechte differentiatie, is een lokale behandeling niet voldoende.” Het merendeel van de vroegstadium rectumcarcinomen is namelijk, afhankelijk van het aantal risicofactoren, geassocieerd met een risico op een lokaal recidief (tussen 5 en 20%).1,2 Nu kan niets doen een optie zijn, maar de meeste internationale richtlijnen bevelen in het geval van een lokaal recidief complementerende radicale chirurgie aan.3

Lokale adjuvante behandeling

Door de implementatie van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker worden darmtumoren, en dus ook rectumcarcinomen, steeds vaker in een vroeg stadium ontdekt, vertelt Tuynman verder. “De overleving van deze patiëntengroep is eigenlijk heel erg goed. Maar veel van onze kennis komt voort uit de radicale behandeling, met de daarbij behorende morbiditeit en negatieve invloed op de kwaliteit van leven.” Er is volgens hem dus een verschuiving nodig, van radicale chirurgie naar een goede orgaansparende oncologische behandeling waarbij de kwaliteit van leven voor patiënten zoveel mogelijk behouden blijft. “We vroegen ons af of een adjuvante behandeling met chemoradiatie na een lokale incisie een geschikt alternatief zou zijn voor complementerende radicale chirurgie, vergelijkbaar met de borstsparende operatie en aanvullende radiotherapie bij borstkanker.” Dit is dan ook de centrale vraag van de TESAR-studie, die al in 2015 van start is gegaan.

Mooie gelegenheid

In de TESAR-studie worden patiënten met hoogrisico T1- of laagrisico T2-tumoren gerandomiseerd voor complementerende chirurgie (de standaardbehandeling) of een aanvullende orgaansparende behandeling met chemoradiotherapie. Tuynman: “Hierbij wordt een relatief klein veld bestraald, alleen het gebied dat ook meegenomen zou worden met de operatie.” De studie is verder opgezet als een non-inferioriteitsstudie waarbij de marge lag op een verschil van maximaal 7% tussen beide groepen. “Het doel was uiteindelijk 302 patiënten te includeren”, vertelt Laura Moolenaar, maar de inclusie loopt moeizaam (zie kader). Uit de praktijk bleek ook dat er een groep patiënten is, meestal patiënten op leeftijd en/of met comorbiditeiten, die helemaal geen aanvullende behandeling wensen na (radicale) lokale excisie. Daarom is besloten een derde groep aan de TESAR-studie toe te voegen waarin patiënten niet behandeld worden, maar alleen intensieve follow-up krijgen. Op dit moment, 8 jaar na start van de studie, zijn er 199 patiënten gerandomiseerd voor aanvullende behandeling en d egroep die voor alleen surveillance koos omvat 133 patiënten. Moolenaar: “Het openen van deze surveillancegroep bleek eigenlijk een heel mooie gelegenheid om na te gaan wat de oncologische winst van chemoradiatie is ten opzichte van alleen surveillance.”

Chemoradiatie non-inferieur

Tijdens de Digestive Disease Days in maart dit jaar presenteerde Moolenaar de resultaten van de interimanalyse van de TESAR-studie.4 “Het lastige bij het analyseren van de data was dat beide randomisatiegroepen al sinds 2015 liepen (met een mediane follow-up van ongeveer 36 maanden), maar de surveillancegroep pas later gestart is en dus een kortere follow-up heeft (25 maanden). Daarom hebben we in de surveillancegroep alleen de gegevens geanalyseerd van patiënten die minimaal 24 maanden gevolgd waren. Zo was de mediane follow-up voor deze groep ook ongeveer 36 maanden.” 

Het percentage patiënten met een recidief na 3 jaar, de primaire uitkomstmaat, was 0% in de groep die complementerende chirurgie ontving en 3,2% in de groep die chemoradiatie ontving. Hiermee lijkt een aanvullende behandeling met chemoradiotherapie non-inferieur aan complementerende chirurgie. “Het recidiefpercentage in de surveillancegroep was met 15% een stuk hoger. Deze 15% was ook een stuk hoger dan het percentage recidieven in het volledige surveillancecohort (7,9%), wat ons vermoeden bevestigt dat de recidieven zich pas na verloop van tijd ontwikkelen”, zegt Moolenaar. Patiënten die een recidief ontwikkelen, kunnen echter goed chirurgisch behandeld worden. Dit leidde ook in de TESAR-studie tot hoge percentages algehele overleving in zowel de chirurgiegroep (100%), als de chemoradiatiegroep (98,9%) en de surveillancegroep (100%). 

Stoma

Voor deze interimanalyse is ook gekeken naar de morbiditeit op korte termijn. Geringe morbiditeit werd gerapporteerd bij 7,7% van de patiënten die complementerende chirurgie kregen en bij 1,1% van de patiënten die chemoradiatie ontvingen. Ernstige morbiditeit werd bij respectievelijk 12,1% en 2,2% gezien. “Een belangrijke uitkomstmaat voor patiënten is het wel of niet krijgen van een stoma, omdat dit een aanzienlijke invloed heeft op de kwaliteit van leven”, vertelt Moolenaar verder. Ook hier is in de TESAR-studie naar gekeken. “In de complementerende chirurgiegroep had 23,1% van de patiënten bij de laatste follow-up een stoma versus 4,3% van de patiënten in de chemoradiotherapiegroep. In de groep die intensief gevolg was, had 6,7% een stoma, voornamelijk als gevolg van een behandeling wegens een recidief.”

Geen harde conclusies

Er werd al een tijd uitgekeken naar de resultaten van de TESAR-studie, aldus Moolenaar. “De resultaten van deze interimanalyse zijn veelbelovend, en ik zag al enthousiaste reacties op de goede overleving in de surveillancegroep.” Maar er is volgens haar ook een belangrijke kanttekening te maken. “Het betreft een interimanalyse, we hebben nog onvoldoende patiënten en onvoldoende follow-up om al harde conclusies te trekken uit deze resultaten. En het percentage recidieven in de surveillancegroep vind ik best hoog, ik denk dan ook dat we op dit moment terughoudend moeten zijn met het adviseren van alleen intensieve follow-up. Mogelijk dat een bepaalde groep patiënten hier geschikt voor is, bijvoorbeeld patiënten die niet fit genoeg zijn voor chirurgie, patiënten met veel comorbiditeiten of patiënten op leeftijd, maar dit zal nog moeten blijken.” 

Patiëntpreferentiemodel

Daarbij speelt ook nog het probleem van de moeilijke inclusie. “We zagen bij deze studie dat patiënten elk hun eigen belangen hebben en afwegingen maken (zie kader). We hebben dus besloten de studie om te zetten van een gerandomiseerde studie naar een patiëntpreferentiemodel, waarbij patiënten zelf kunnen kiezen voor complementerende chirurgie, chemoradiotherapie of intensieve follow-up.” Moolenaar hoopt de procedure hiervoor binnenkort afgerond te hebben en de studie dan weer breed te kunnen aanbieden. Tuynman: “Hopelijk kunnen we op deze manier de patiëntaantallen opkrikken, zodat we met deze nieuwe behandeloptie de praktijk voor het vroegstadium rectumcarcinoom echt kunnen gaan veranderen. Uiteindelijk draait het om wat voor de patiënt belangrijk en dus het beste is; deze studie zal daar een goed antwoord voor geven.”

De weerbarstige praktijk

Ondanks dat er veel behoefte was aan een antwoord op de vraag of adjuvante chemoradiotherapie na lokale excisie een geschikt alternatief is voor complementerende chirurgie bij vroegstadium rectumcarcinomen, bleek het in de praktijk lastig patiënten te randomiseren naar 2 zo verschillende behandelopties. Hier waren meerdere redenen voor. Zo bleken patiënten een evidente voorkeur te hebben voor de orgaansparende behandeling, wat maakte dat een deel van de patiënten uit de studie stapte toen bleek dat ze geloot hadden voor complementerende chirurgie. En een deel van de patiënten had liever helemaal geen adjuvante behandeling na lokale excisie, omdat er bij het optreden van een recidief ook nog een goede behandeling mogelijk is met chirurgie, met een goede overleving. Dit laatste was ook een reden voor een aantal behandelend artsen om terughoudend te zijn met het verwijzen van patiënten voor de TESAR-studie.

Om deze problemen het hoofd te bieden is in eerste instantie besloten een surveillancecohort te openen, naast de 2 randomisatiegroepen. Vervolgens is besloten over te gaan van een gerandomiseerde studie naar een patiëntpreferentiemodel. In toenemende mate zal een randomisatiemodel niet meer goed mogelijk zijn en moet een ander studiedesign opgezet worden. Een studie moet namelijk bias voorkomen, maar mag niet te lang duren en moet aansluiten bij de praktijk.

Referenties:

  1. Van Oostendorp SE, Smits LJH, Vroom Y, et al. Local recurrence after local excision of early rectal cancer: a meta-analysis of completion TME, adjuvant (chemo)radiation, or no additional treatment. Br J Surg. 2020;107:1719-30.
  2. Dekkers N, Dang H, van der Kraan J, et al. Risk of recurrence after local resection of T1 rectal cancer: a meta-analysis with meta-regression. Surg Endosc. 2022;36:9156-68.
  3. Richtlijn Colorectaalcarcinoom.
  4. Moolenaar L. Interim analysis of the TESAR trial: A multicentre randomised trial of radical surgery versus adjuvant chemoradiotherapy after local excision for early rectal cancer. Gepresenteerd tijdens de Digestive Disease Days, 20 en 21 maart 2024.

Resultaten uitgebreide mesenterectomie en mesenteriumsparende resectie vergelijkbaar

nov 2024 | Chirurgie, Endoscopie

Lees meer over Resultaten uitgebreide mesenterectomie en mesenteriumsparende resectie vergelijkbaar

Sociaaleconomische verschillen beïnvloeden overleving bij kanker

nov 2024

Lees meer over Sociaaleconomische verschillen beïnvloeden overleving bij kanker

Vergoeding mirikizumab (Omvoh) voor de behandeling van colitis ulcerosa

nov 2024 | IBD

Lees meer over Vergoeding mirikizumab (Omvoh) voor de behandeling van colitis ulcerosa

Speeksel van reptiel brengt alvleeskliertumor in beeld

nov 2024 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Speeksel van reptiel brengt alvleeskliertumor in beeld

Upadacitinib ook effectief bij ziekte van Crohn na falen eerdere biological

nov 2024 | IBD

Lees meer over Upadacitinib ook effectief bij ziekte van Crohn na falen eerdere biological

Bevolkingsonderzoeken vonden in 2023 bij 27.000 mensen kanker of voorstadia daarvan

nov 2024 | Borstkanker, Gynaecologische oncologie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Bevolkingsonderzoeken vonden in 2023 bij 27.000 mensen kanker of voorstadia daarvan

Hersenbloedingen in nieuw perspectief:
het belang van TIME=BRAIN en het couperen van antistolling

2 dec 2024 om 20:00 | Neuro-vasculair

Lees meer over Hersenbloedingen in nieuw perspectief:
het belang van TIME=BRAIN en het couperen van antistolling

Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

10 sep 2024 om 20:00

Lees meer over Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

Niertoxiciteit na orgaantransplantatie – Belicht vanuit diverse disciplines

11 jun 2024 om 20:00 | Acuut nierfalen, Chronische nierschade, Niertransplantatie

Lees meer over Niertoxiciteit na orgaantransplantatie – Belicht vanuit diverse disciplines

Nationaal Hepatitis Delta webinar

28 mei 2024 | Hepatitis, Hepatologie, Virale infecties

Lees meer over Nationaal Hepatitis Delta webinar

Mastering Chronic Pancreatitis Pain: A Multidisciplinary Approach and Practical Solutions

6 feb 2024 om 20:00

Lees meer over Mastering Chronic Pancreatitis Pain: A Multidisciplinary Approach and Practical Solutions

Minder besproken symptomen bij colitis ulcerosa: hoe pakken we ze aan?

1 sep 2023 | IBD

Lees meer over Minder besproken symptomen bij colitis ulcerosa: hoe pakken we ze aan?

CMV-infecties bij post-transplantatiepatiënten; een behandellandschap in ontwikkeling

6 jun 2023 | Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over CMV-infecties bij post-transplantatiepatiënten; een behandellandschap in ontwikkeling

Nieuwe behandeloptie voor Eosinofiele Oesofagitis (EoE)

16 mei 2023 om 20:00 | Oesofagitis

Lees meer over Nieuwe behandeloptie voor Eosinofiele Oesofagitis (EoE)

Antistolling en bloedingen

8 dec 2022 om 20:00

Lees meer over Antistolling en bloedingen

e-learning Acute pancreatitis

Pancreatitis

Lees meer over e-learning Acute pancreatitis

e-learning: Verbeterde zorg voor slokdarm- en maagkanker

Chirurgie

Lees meer over e-learning: Verbeterde zorg voor slokdarm- en maagkanker

Exocriene pancreasinsufficiëntie

Pancreatitis

Lees meer over Exocriene pancreasinsufficiëntie

ECCO in ORANJE 2025

donderdag 20 feb 2025 van 18:00 tot 21:45 | IBD

Lees meer over ECCO in ORANJE 2025

Computerondersteunde diagnose poliepen minder specifiek in proximale colon

okt 2024 | Endoscopie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Computerondersteunde diagnose poliepen minder specifiek in proximale colon

Ultrabewerkt voedsel geeft vaker terugval bij ziekte van Crohn

okt 2024 | IBD

Lees meer over Ultrabewerkt voedsel geeft vaker terugval bij ziekte van Crohn

Fecestransplantatie evenaart antibiotica bij acute 'C. difficile'-infectie

okt 2024 | Bacteriële infecties, Transplantatie

Lees meer over Fecestransplantatie evenaart antibiotica bij acute 'C. difficile'-infectie

L-carnitine verbetert conditie lever bij NAFLD

okt 2024 | Hepatologie

Lees meer over L-carnitine verbetert conditie lever bij NAFLD

Vedolizumab effectiever in vroege fase ziekte van Crohn

okt 2024 | IBD

Lees meer over Vedolizumab effectiever in vroege fase ziekte van Crohn

Cendakimab effectief bij patiënten met eosinofiele oesofagitis

okt 2024 | Oesofagitis

Lees meer over Cendakimab effectief bij patiënten met eosinofiele oesofagitis

Poeptransplantatie verbetert effect immuuntherapie bij nierkanker

okt 2024 | Immuuntherapie, Uro-oncologie

Lees meer over Poeptransplantatie verbetert effect immuuntherapie bij nierkanker

Filgotinib is effectief in de klinische praktijk

okt 2024 | IBD

Lees meer over Filgotinib is effectief in de klinische praktijk

Dieet krijgt ziekte van Crohn bij kinderen in remissie

okt 2024 | IBD

Lees meer over Dieet krijgt ziekte van Crohn bij kinderen in remissie

Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

jun 2024 | Niertransplantatie, Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

Podcast Exocriene pancreasinsufficiëntie

nov 2023 | Pancreatitis

Lees meer over Podcast Exocriene pancreasinsufficiëntie

Podcast - Optimalisatie van biologicals bij patiënten met inflammatoire darmziekten

sep 2023 | IBD

Lees meer over Podcast - Optimalisatie van biologicals bij patiënten met inflammatoire darmziekten

Podcast Acute pancreatitis

apr 2023 | Pancreatitis

Lees meer over Podcast Acute pancreatitis

Podcast pancreascarcinoom

dec 2022 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Podcast pancreascarcinoom

Podcast - Periampullaire tumoren: maak onderscheid

nov 2021

Lees meer over Podcast - Periampullaire tumoren: maak onderscheid

Slokdarm- en maagkanker

jun 2021 | Chirurgie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Slokdarm- en maagkanker

Impact van COVID-19 op bevolkingsonderzoek darmkanker in Nederland

feb 2021 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Impact van COVID-19 op bevolkingsonderzoek darmkanker in Nederland

Diagnose en behandeling van inflammatoire darmziekten (IBD)

dec 2020 | IBD

Lees meer over Diagnose en behandeling van inflammatoire darmziekten (IBD)

MedNet Gastro-enterologie 2024-03

sep 2024

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie 2024-03

MedNet Gastro-enterologie special IBD 2024

jul 2024

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie special IBD 2024

MedNet Gastro-enterologie 2024-02

jun 2024

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie 2024-02

MedNet Gastro-enterologie 2024-01

mrt 2024

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie 2024-01

MedNet Gastro-enterologie 2023-04

dec 2023

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie 2023-04

MedNet Gastro-enterologie 2023-03

sep 2023

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie 2023-03

MedNet Oncologie special Colectoraal carcinoom 2023

sep 2023

Lees meer over MedNet Oncologie special Colectoraal carcinoom 2023

MedNet Gastro-enterologie 2023-02

jul 2023

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie 2023-02

MedNet Gastro-enterologie 2023-01

mrt 2023

Lees meer over MedNet Gastro-enterologie 2023-01