COVID-19-gerelateerd ARDS blijkt geen consistent respiratoir subfenotype te zijn, zo is naar voren gekomen uit een Amsterdamse analyse van drie observationele cohorten, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in The Lancet Respiratory Medicine.
Eerdere studies naar het respiratoire subfenotype van patiënten met COVID-19-gerelateerd acuut respiratoir distress syndroom (ARDS) hadden een kleine sample size, namen de dynamiek in de loop der tijd niet mee of waren onvoldoende gevalideerd. Onderzoekers van het Amsterdam UMC wilden deze respiratoire subfenotypen van COVID-19-gerelateerde ARDS vaststellen met behulp van unbiased datagestuurde benaderingen. Tussen maart en mei 2020 werden 1007 Nederlandse IC-patiënten geïncludeerd in het derivatiecohort. De gegevens van 288 Amerikaanse patiënten werden geïncludeerd in replicatiecohort 1 evenals die van 326 patiënten in replicatiecohort 2.
Volgens de onderzoekers moet de hypothese dat er verschillende statische subfenotypes van COVID-19-gerelateerd ARDS zijn, verworpen worden.