Antinefrine auto-antilichamen bij podocytopathieën

Delen via:

Antinefrine auto-antilichamen komen voor bij een aanzienlijk deel van de kinderen met idiopatisch nefrotisch syndroom en bij volwassen patiënten met minimal change disease en primaire focale segmentale glomerulosclerose, maar bij andere glomerulaire aandoeningen worden ze zelden aangetroffen. De concentraties auto-antilichamen hangen bovendien samen met ziekteactiviteit, zo ontdekten Hengel en collega’s.

Minimal change disease (MCD) en primaire focale segmentale glomerulosclerose (FSGS) bij volwassenen en idiopatisch nefrotisch syndroom (INS) bij kinderen zijn immuungemedieerde podocytopathieën die leiden tot nefrotisch syndroom. Eerder werden antinefrine auto-antilichamen gevonden bij patiënten met MCD, maar hun klinische en pathofysiologische rol in het ziekteproces was tot nu toe onduidelijk. Duitse onderzoekers voerden een multicenterstudie uit waarin ze antinefrine auto-antilichamen analyseerden bij 357 volwassenen met verschillende glomerulaire ziektes, waaronder MCD, FSGS, membraneuze nefropathie, IgA-nephropathie, ANCA-geassocieerde vasculitis en lupus nefritis, bij 182 kinderen met INS en bij 117 controles.  

Onder de volwassenen patiënten werden antinefrine auto-antilichamen aangetroffen bij 46 van de 105 patiënten (44%) met MCD en 7 van de 74 (9%) met primaire FSGS, maar bij de andere aandoeningen kwamen ze nauwelijks voor. In de subgroep volwassen patiënten met actieve MCD had wel 69% auto-antilichamen. Bij 94 van de 182 kinderen met INS (52%) werden antinefrine auto-antilichamen gevonden. Dit percentage liep zelfs op tot 90% in de subgroep van kinderen met INS die (nog) niet behandeld waren met immunosuppressiva. Zowel op het moment van inclusie als tijdens de follow-upperiode bleken de auto-antilichamen samen te hangen met ziekteactiviteit.  

De bevindingen werden bevestigd in een muismodel. Daarin zorgde experimentele immunisatie voor een nefrotisch syndroom met een MCD-achtig fenotype. 

Bron:

Hengel FE, Dehde S, Lassé M, et al. Autoantibodies Targeting Nephrin in Podocytopathies. N Engl J Med. 2024;391:422-33. 

Op lange termijn niet vaker dialyse of niertransplantatie nodig na intensieve behandeling hypertensie

nov 2024 | Dialyse, Niertransplantatie

Lees meer over Op lange termijn niet vaker dialyse of niertransplantatie nodig na intensieve behandeling hypertensie

Meer nierproblemen op latere leeftijd bij kinderen met posterieure urethrakleppen

nov 2024 | Acuut nierfalen, Chronische nierschade, Dialyse

Lees meer over Meer nierproblemen op latere leeftijd bij kinderen met posterieure urethrakleppen

De gevolgen van stoppen met SGLT2-remmers en GLP1-agonisten

nov 2024 | Chronische nierschade

Lees meer over De gevolgen van stoppen met SGLT2-remmers en GLP1-agonisten

Geslacht en leeftijd van nierdonoren van invloed op transplantaatoverleving

okt 2024 | Niertransplantatie

Lees meer over Geslacht en leeftijd van nierdonoren van invloed op transplantaatoverleving

Vidi-subsidies voor onderzoek naar nierziekten

okt 2024 | Niertransplantatie

Lees meer over Vidi-subsidies voor onderzoek naar nierziekten

Met nieuwe leidraad multimorbiditeit op weg naar toekomstbestendige zorg

okt 2024

Lees meer over Met nieuwe leidraad multimorbiditeit op weg naar toekomstbestendige zorg