De resultaten van een Finse cohortstudie laten zien dat seropositiviteit voor antistoffen tegen pariëtale cellen (APCA) significant geassocieerd is met het risico op maagkanker bij Helicobacter pylori-seronegatieve vrouwen.
Auto-immuungastritis is een alternatieve oorzaak van maagkanker, die belangrijker zou kunnen worden naarmate de prevalentie van chronische H. pylori-infectie afneemt. Het doel van deze cohortstudie was de associatie tussen prediagnostische auto-antistoffen tegen het maagslijmvlies en het risico op maagkanker te bepalen. Er werd gebruikgemaakt van case-control-analyses binnen twee Finse cohorten: vrouwen in de vruchtbare leeftijd (Finnish Maternity Cohort (FMC); geboren 1938-1989) en oudere mannen (Alpha-Tocopherol, Beta-Carotene Cancer Prevention (ATBC) studie; geboren 1916-1939). Er waren respectievelijk 529 en 457 gematchte paren uit de FMC- en ATBC-studie, met gemiddelde leeftijden van 30,5 en 57,5 jaar en een mediaan van respectievelijk 17 en 11 jaar tussen baseline en de diagnose kanker.
In het FMC-cohort was APCA-seropositiviteit statistisch significant geassocieerd met het risico op maagkanker bij H. pylori-seronegatieve vrouwen (OR 5,52; 95%-BI 3,16-9,64), maar niet bij H. pylori-seropositieve vrouwen (OR 1,29; 95%-BI 0,64-2,60; pinteractie 0,002). De APCA-associatie met H. pylori-seronegativiteit was het sterkst voor tumoren in de fundus en het corpus (OR 24,84; 95%-BI 8,49-72,72). In de ATBC-studie was APCA-seropositiviteit niet geassocieerd met maagkanker, bij zowel H. pylori-seronegatieve (OR 0,99; 95%-BI 0,32-3,04) als H. pylori-seropositieve mannen (OR 1,06; 95%-BI 0,60-1,88). In beide cohorten was de seroprevalentie van anti-intrinsieke factor antistoffen < 2% bij zowel de cases als de controles, en niet statistisch geassocieerd met het risico op maagkanker.
Bron: