De antistollingszorg in Nederlandse ziekenhuizen is veiliger geworden, maar er zijn nog voldoende verbeterpunten. Dat concludeert Marco Moesker (Nivel) in zijn proefschrift waarop hij onlangs promoveerde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Moesker onderzocht hoe vaak er in Nederlandse ziekenhuizen sprake is van schade door antistollingszorg en in welke mate de richtlijnen rondom antistollingszorg worden gevolgd.
Uit onderzochte dossiers van overleden patiënten valt op te maken dat er tussen 2008 en 2016 sprake was van een halvering van het aantal patiënten dat antistollingsgerelateerde schade opliep, van 1,20% naar 0,54%. Bij ontslagen patiënten bleef het aantal dat dergelijke schade opliep gelijk.
Nader onderzoek wees uit dat de schade vaak optrad doordat de antistolling ten gevolge van medicatie was doorgeschoten. Daarnaast trad schade vaak op wanneer er meerdere specialismen waren betrokken bij de behandeling en wanneer er sprake was van een weekend- of feestdag.
Ander dossieronderzoek liet zien dat de richtlijnen voor het onderbreken van antistolling rondom een operatie niet optimaal werden gevolgd. Er werden verschillende stappen in dit proces geëvalueerd. Per stap werd er in ten minste 19% tot een maximum van 60% van de dossiers afwijkingen van de richtlijn gevonden. Hierbij kwam veel variatie tussen ziekenhuizen voor.
Bron: