Bij een systematisch gescreende populatie in IJsland werd geen associatie gevonden tussen auto-immuunziekte en monoclonal gammopathy of undetermined significance (MGUS). Deze bevindingen suggereren dat aanbevelingen om patiënten met een auto-immuunziekte routinematig te screenen op MGUS mogelijk niet gerechtvaardigd zijn.
In eerdere retrospectieve studies werden associaties geobserveerd tussen auto-immuunziekte en monoklonale gammopathie van onduidelijke betekenis (MGUS). Deze onderzoeken waren echter niet gebaseerd op systematisch gescreende populaties en zijn daarom gevoelig voor bias. Dit cross-sectionele onderzoek werd uitgevoerd binnen iStopMM (Iceland Screens, Treats, or Prevents MM), een prospectieve, populatiegebaseerde studie waarbij 75.422 volwassenen uit de IJslandse bevolking werden gescreend op MGUS. Met Poisson-regressie werd de prevalentieratio (PR) van MGUS bepaald bij personen met of zonder een auto-immuunziekte, waarbij werd gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht.
In totaal hadden 10.818 deelnemers een auto-immuunziekte, van wie 599 MGUS (61 met een eerdere klinische diagnose en 538 gediagnosticeerd tijdens screening). Een diagnose van een auto-immuunziekte was niet geassocieerd met een hoger risico op MGUS (PR 1,05; 95%-BI 0,97-1,15). De prevalentie van een eerdere klinische diagnose MGUS was echter hoger in de groep met een auto-immuunziekte (0,6% tegenover 0,3% in de niet-auto-immuungroep (PR 2,11; 95%-BI 1,64-2,70). Wanneer alle 42 auto-immuunaandoeningen individueel werden beoordeeld, was alleen guillain-barrésyndroom geassocieerd met MGUS; dit was echter gebaseerd op slechts 4 deelnemers. 10 auto-immuunziekten waren geassocieerd met een eerdere klinische MGUS-diagnose, maar niet met de primaire samengestelde uitkomstmaat ‘all MGUS’ (geïdentificeerd bij screening of eerdere klinische diagnose): auto-immuun hemolytische anemie, auto-immuunhepatitis, reuscelarteriitis, polyarteriitis nodosa, polymyalgia rheumatica, reactieve artritis, reumatoïde artritis, sarcoïdose, sjögrensyndroom en inflammatoire neuropathie. De onderzoekers benadrukken dat de homogeniteit van de IJslandse bevolking mogelijk een beperking vormt voor de generaliseerbaarheid van deze resultaten.
Bron: