Bij patiënten met reumatische aandoeningen die rituximab krijgen, lijkt een ondergrens van 10 B-cellen per μl in de perifere circulatie een geschikte biomarker voor een goede kans op een adequate cellulaire en humorale respons op SARS-CoV-2-vaccinatie.
Patiënten met auto-immuun inflammatoire reumatische aandoeningen die rituximab krijgen, hebben een hoger risico op slechte COVID-19-uitkomsten en vertonen een aanzienlijk verminderde humorale anti-SARS-CoV-2-vaccinrespons. De complexe relatie tussen antigeenspecifieke B- en T-cellen en het niveau van B-celrepopulatie dat nodig is om een goede respons op vaccinatie te bereiken, zijn echter grotendeels onbekend.
In deze studie werden de antilichaamresponsen op SARS-CoV-2-vaccinatie en de inductie van antigeenspecifieke B- en CD4/CD8 T-celsubsets bestudeerd bij 19 patiënten met reumatoïde artritis (RA) en ANCA-geassocieerde vasculitis (AAV) die rituximab kregen, 12 RA-patiënten die andere therapieën kregen en 30 gezonde controlepersonen na een SARS-CoV-2-vaccinatie.
Functioneel relevante depletie van B-cellen resulteerde in verminderde secretie van interferon-gamma (IFN-γ) door spike-specifieke CD4-positieve T-cellen. Daarentegen waren antigeenspecifieke CD8-positieve T-cellen verlaagd bij patiënten, onafhankelijk van IgG-vorming.
Bron: Stefanski AL, et al. B cell numbers predict humoral and cellular response upon SARS-CoV-2 vaccination among patients treated with rituximab. Arthritis Rheumatol. 2021 Dec 28. Online ahead of print.