De huidige behandeling van de bijwerkingen van immuuntherapie bij kanker moet veranderen, volgens onderzoekers van UMC Utrecht. De medicatie voor deze bijwerkingen heeft namelijk een negatieve invloed op de effectiviteit van de therapie waardoor patiënten tot 1,5 keer korter leven, zo blijkt uit onderzoek.
Om te voorkomen dat patiënten ernstig ziek worden of overlijden door de bijwerkingen van immuuntherapie wordt vaak behandeld met medicijnen die het immuunsysteem remmen, zoals prednison. Lang werd gedacht dat dit geen gevolgen had voor de effectiviteit van immuuntherapie.
In deze studie, gecoördineerd door promovendus Rik Verheijden in samenwerking met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) werden de gegevens van 2.000 patiënten met 6 soorten kanker (melanoom, nierkanker, darmkanker, longkanker, slokdarmkanker en mesothelioom) onderzocht die met immuuntherapie behandeld werden.
Ze vonden dat een hoge dosis corticosteroïden geassocieerd is met een verslechterde overleving en een verminderd aantal jaren waarin de tumor stabiel blijft. De onderzoekers adviseren dan ook om kritisch te kijken naar hoeveel corticosteroïden een patiënt met bijwerkingen nodig heeft. Daarom onderzoeken ze nu strategieën om bijwerkingen optimaal te bestrijden zonder de werking van de immuuntherapie op het spel te zetten.
Bron: