Behandeling diffuus grootcellig B-cellymfoom voorbij de uniformiteit

Delen via:

Op basis van onderzoek tonen Eertink et al.1 aan dat een nieuwe, op radiomics gebaseerde prognostische classificatie tot een beter resultaat leidt dan de traditionele International Prognostic Index (IPI) bij het identificeren van patiënten met diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) die een hoog risico lopen op falen van de behandeling met R-CHOP. Laatste auteur van de publicatie over de onderzoeksresultaten, prof. dr. J.M. (Josée) Zijlstra, internist-hematoloog in Amsterdam UMC, geeft commentaar.

Afbeelding: David Meulenbeld

Het doel van het onderzoek was om het klinische Positron Emissie Tomografie (PET) risicomodel, ontwikkeld in de HOVON-84-studie, extern te valideren en om de waarde van het klinische PET-model te vergelijken met de internationale prognostische index (IPI). In totaal werden 1.195 patiënten met diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) in het onderzoek opgenomen. Gegevens van 887 patiënten uit 6 trials werden gebruikt als externe validatiedatasets. De primaire uitkomsten waren 2 jaar progressievrije overleving (PFS) en 2 jaar tijd tot progressie (TTP). Het metabool tumorvolume (MTV), de maximale afstand tussen de grootste laesie en een andere laesie (Dmaxbulk) en de piek gestandaardiseerde FDG-opname (SUV peak) werden geëxtraheerd. Daarnaast werden de voorspellende waarden van het IPI- en klinische PET-model (MTV, Dmaxbulk, SUV peak, WHO performance en leeftijd) getest.

De waarde van het model werd beoordeeld met behulp van de oppervlakte onder de curve (AUC) en de diagnostische prestaties met behulp van de positief voorspellende waarde (PPV). De IPI leverde een AUC op van 0,62. Het klinische PET-model leverde een significant hogere AUC op van 0,71 (p < 0,001). Patiënten met een hoogrisicoprofiel op basis van de IPI hadden een 2-jaars PFS van 61,4% versus 51,9% voor degenen met een hoog risico met het klinische PET-model, met een stijging in PPV van respectievelijk 35,5% naar 49,1%. In totaal was 66,4% van de patiënten met hoogrisico IPI vrij van progressie of terugval versus 55,5% van de patiënten met hoogrisico klinische PET-scores, met een verhoogde PPV van respectievelijk 33,7% naar 44,6%. Het klinische PET-model bleef voorspellend voor de uitkomst in 6 onafhankelijke eerstelijns DLBCL-onderzoeken en presteerde in alle onderzoeken beter dan de momenteel gebruikte IPI.

Commentaar prof. dr. Josée Zijlstra

Josée Zijlstra, internist-hematoloog in Amsterdam UMC en laatste auteur van de publicatie, licht toe:

“Zien we een patiënt met de diagnose DLBCL de eerste keer, dan wil die natuurlijk weten wat de succeskans is van de standaard R-CHOP behandeling die we voorstellen. IPI is voor de bepaling van die succeskans de standaard die we al sinds de jaren negentig gebruiken. Toen hadden we niet de PET en niet de computer, die we nu wel tot onze beschikking hebben. Dit betekent dat we nu bij de patiënt met DLBCL veel meer gepersonaliseerd kunnen voorspellen of die R-CHOP behandeling wel of niet zal baten als standaardbehandeling. IPI biedt daarvoor namelijk te beperkte mogelijkheden. IPI geeft op basis van 5 factoren waarop de patiënt een 0 of een 1 scoort – zoals leeftijd en Ann Arbor stadium – een voorspelling hiervoor, waarbij 5 punten het slechtste risicoprofiel is. Maar dat is heel globaal, met als risico dat toch veel DLBCL-patiënten de standaardbehandeling krijgen, waarvan ze waarschijnlijk nauwelijks of geen effect ondervinden, maar wel de bijwerkingen hebben. Dat willen we natuurlijk voorkomen en met het klinische PET-model kan dat. We kunnen hiermee de voor de voorspelling van het behandelsucces essentiële factoren, zoals het metabool tumorvolume en de spreiding van de ziekte, heel nauwkeurig kwantificeren. Niet als 0 of 1, maar als continue variabele. We wisten al uit de HOVON-84-studie dat we met de klinische PET dit resultaat kunnen bereiken, maar hebben het nu bevestigd op basis van patiëntendata uit 6 andere studies. Alle 6 die studies leiden tot dezelfde conclusie.”

Toepasbaarheid in de praktijk

Zijlstra vervolgt: “In zijn editorial2 bij onze publicatie in Blood is Bruce Cheson complimenteus, maar ook wat terughoudend, vanwege de vraag of het werken met de klinische PET-scores in de praktijk ook toepasbaar is. Het is inderdaad redelijk eenvoudig in de klinische praktijk te implementeren, op basis van de methode die we daarvoor hebben ontwikkeld. Het is geen tijdrovende methode voor de nucleair geneeskundige, maar levert wél op dat direct na de diagnose de patiënten er al uitgehaald kunnen worden van wie duidelijk is dat ze waarschijnlijk niet op de standaardbehandeling gaan reageren – en die dus wellicht beter in een klinische trial met bijvoorbeeld bispecifieke monoklonale antistoffen kunnen participeren. Met de producenten van de PET-scanners zijn we ook al in gesprek over de vraag of de kwantitatieve analyse er bij wijze van spreken met 1 druk op de knop uit te halen is. Dat is waar we naartoe moeten en willen. Daarnaast is er natuurlijk de ontwikkeling van artificial intelligence om rekening mee te houden. We zijn al bezig met onderzoek naar de mogelijke rol daarvan in het beoordelen van de PET-scans. Voor nu is in ieder geval duidelijk dat we meer naar de toepassing van de klinische PET-scores zullen gaan als basis voor gepersonaliseerde behandeling van de DLBCL-patiënten, en dat we op termijn dus IPI hiervoor zullen gaan verlaten.”

Referenties:

  1. Eertink JJ, Zwezerijnen GJC, Heymans MW, et al. Baseline PET radiomics outperforms the IPI risk score for prediction of outcome in diffuse large B-cell lymphoma. Blood. 2023;141:3055-64.
  2. Cheson BD. A man’s best friend is his PET. Blood. 2023;141:3010-12.

Stoppen met dasatinib bij patiënten met chronische myeloïde leukemie

jan 2017 | Leukemie

Lees meer over Stoppen met dasatinib bij patiënten met chronische myeloïde leukemie

Antilichaam-therapie vermindert graft-versus-host ziekte

jan 2017 | Leukemie, Stamceltransplantatie

Lees meer over Antilichaam-therapie vermindert graft-versus-host ziekte

Hersenbloedingen in nieuw perspectief:
het belang van TIME=BRAIN en het couperen van antistolling

2 dec 2024 om 20:00 | Neuro-vasculair

Lees meer over Hersenbloedingen in nieuw perspectief:
het belang van TIME=BRAIN en het couperen van antistolling

AIHA: Diagnostiek en Management van Auto-Immuun Hemolyse

4 nov 2024

Lees meer over AIHA: Diagnostiek en Management van Auto-Immuun Hemolyse

Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

1 okt 2024 om 12:00 | Lymfoom

Lees meer over Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

10 sep 2024 om 20:00

Lees meer over Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

1 jul 2024

Lees meer over Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

10 jun 2024 om 16:30 | Lymfoom

Lees meer over Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

Vertraagde eliminatie van hoge dosering methotrexaat. Een nefrologisch probleem of oncologisch noodgeval?

21 mei 2024 om 20:00 | Leukemie, Lymfoom

Lees meer over Vertraagde eliminatie van hoge dosering methotrexaat. Een nefrologisch probleem of oncologisch noodgeval?

Targeted therapy binnen de hematologie: welke BTKi voor wie?

29 feb 2024 om 20:00 | Leukemie, Lymfoom

Lees meer over Targeted therapy binnen de hematologie: welke BTKi voor wie?

ITP zorg: kan het anders?
Pathofysiologie, diagnostiek en behandeling

27 sep 2023 om 20:00 | Benigne hematologie

Lees meer over ITP zorg: kan het anders?
Pathofysiologie, diagnostiek en behandeling

E-learning flow cytometry immunophenotyping in cutaneous T-cell lymphoma

Lymfoom

Lees meer over E-learning flow cytometry immunophenotyping in cutaneous T-cell lymphoma

EAHAD in ORANJE 2025

donderdag 6 feb 2025 van 18:00 tot 21:45 | Benigne hematologie

Lees meer over EAHAD in ORANJE 2025

Groen EHA 2025

donderdag 12 jun 2025 t/m zondag 15 jun 2025 | Benigne hematologie, Leukemie, Lymfoom, MDS, MM, MPN, Stamceltransplantatie

Lees meer over Groen EHA 2025

ICML in ORANJE 2025

woensdag 18 jun 2025 van 18:00 tot 21:45 | Lymfoom

Lees meer over ICML in ORANJE 2025

Verband tussen intensiteit roken, genetische mutaties en ziekteprogressie bij MDS

dec 2024 | MDS

Lees meer over Verband tussen intensiteit roken, genetische mutaties en ziekteprogressie bij MDS

Geen non-inferioriteit verlaagde versus volledige dosis anticoagulantia bij VTE

dec 2024 | Benigne hematologie

Lees meer over Geen non-inferioriteit verlaagde versus volledige dosis anticoagulantia bij VTE

Karakterisering HES-patiënten in het zuidwesten van Nederland

dec 2024 | Benigne hematologie

Lees meer over Karakterisering HES-patiënten in het zuidwesten van Nederland

Tafasitamab plus lenalidomide en rituximab bij R/R FL

dec 2024 | Lymfoom

Lees meer over Tafasitamab plus lenalidomide en rituximab bij R/R FL

Geen voordeel auto-HCT bij patiënten met MCL en negatieve MRD

dec 2024 | Lymfoom, Stamceltransplantatie

Lees meer over Geen voordeel auto-HCT bij patiënten met MCL en negatieve MRD

Voordeel pirtobrutinib bij voorbehandelde patiënten met CLL/SLL

dec 2024 | Leukemie, Lymfoom

Lees meer over Voordeel pirtobrutinib bij voorbehandelde patiënten met CLL/SLL

Screening op ijzertekort bij vrouwen is kosteneffectief

dec 2024 | Benigne hematologie

Lees meer over Screening op ijzertekort bij vrouwen is kosteneffectief

Eerstelijnsbehandeling met eltrombopag bij kinderen met nieuw gediagnosticeerde ITP

dec 2024 | Benigne hematologie

Lees meer over Eerstelijnsbehandeling met eltrombopag bij kinderen met nieuw gediagnosticeerde ITP

AI-kwantificering sikkelcelmorfologie als objectieve ziektemarker SCD

dec 2024 | Benigne hematologie

Lees meer over AI-kwantificering sikkelcelmorfologie als objectieve ziektemarker SCD

Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

jun 2024 | Niertransplantatie, Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

Behandeling AML, de verpleegkundig specialist

okt 2020

Lees meer over Behandeling AML, de verpleegkundig specialist

Podcast Hematology App

jul 2020

Lees meer over Podcast Hematology App

Stamceltransplantatie bij AML

apr 2020 | Transplantatie

Lees meer over Stamceltransplantatie bij AML

AML-behandeling in de perifere setting

apr 2020

Lees meer over AML-behandeling in de perifere setting

Diagnose en testen bij FLT3+ AML

jan 2020 | Leukemie

Lees meer over Diagnose en testen bij FLT3+ AML

MedNet Hematologie 2024-06

dec 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-06

MedNet Hematologie special CAR T

nov 2024

Lees meer over MedNet Hematologie special CAR T

MedNet Hematologie 2024-05

okt 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-05

MedNet Hematologie 2024-04

aug 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-04

MedNet Hematologie 2024-03

jun 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-03

MedNet Hematologie 2024-02

apr 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-02

MedNet Hematologie 2024-01

feb 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-01

MedNet Hematologie 2023-06

dec 2023

Lees meer over MedNet Hematologie 2023-06

MedNet Hematologie 2023-05

okt 2023

Lees meer over MedNet Hematologie 2023-05