Uit de fase I-studies PALL en CALM blijkt dat het haalbaar is om allogene CAR T-cellen in te zetten bij de behandeling van zowel kinderen als volwassenen met B-cel ALL. UCART19 vertoonde bij intensief voorbehandelde patiënten in vivo expansie en antileukemische activiteit met een hanteerbaar veiligheidsprofiel. De resultaten van deze studies vormen een veelbelovende ontwikkeling op het gebied van CAR T-celtherapie, waarbij ook patiënten met snel progressieve ziekte en bij wie autologe CAR-T-cellen niet beschikbaar zijn, mogelijk kunnen worden behandeld.
Van een donor afkomstige ‘genome-edited’ anti-CD19 chimere antigeenreceptor (CAR) T-cellen kunnen een nieuw type CAR-T-celproduct vormen dat direct beschikbaar is voor klinisch gebruik, waardoor de toegang tot en de toepasbaarheid van CAR-T-celtherapie worden verbreed. UCART19 is zo’n product dat in twee multicenter fase I-studies (NCT02808442 en NCT02746952) is onderzocht bij kinderen en volwassenen met recidiverende of refractaire B-cel acute lymfatische leukemie (ALL). Alle deelnemers ondergingen lymfodepletie met fludarabine en cyclofosfamide met of zonder alemtuzumab. Daarna kregen de kinderen UCART19 met 1,1-2,3 × 106 cellen/kg en volwassenen UCART19 in een dosering van 6 × 106 cellen, 6-8 × 107 cellen of 1,8-2,4 × 108 cellen in een dosisescalatiestudie. De primaire uitkomst was het optreden van bijwerkingen in de periode tussen de eerste infusie en data cut-off.
Veiligheid
Tussen 3 juni 2016 en 23 oktober 2018 werden 7 kinderen en 14 volwassenen geïncludeerd en behandeld met UCART19. Cytokinereleasesyndroom was de meest voorkomende bijwerking en werd waargenomen bij 19 patiënten (91%); bij 3 patiënten (14%) ging het om graad 3-4 cytokinereleasesyndroom. Andere bijwerkingen waren graad 1 of 2 neurotoxiciteit bij 8 patiënten (38%), graad 1 acute cutane graft-versus-host-ziekte bij 2 patiënten (10%) en graad 4 langdurige cytopenie bij 6 patiënten (32%). Bij 2 patiënten was het overlijden gerelateerd aan de behandeling; in één geval ging het om een neutropene sepsis bij een patiënt met gelijktijdig cytokinereleasesyndroom en in het tweede geval om een pulmonale bloeding bij een patiënt met aanhoudende cytopenie.
Effectiviteit
Veertien (67%) van de 21 patiënten hadden een complete respons of een complete respons met onvolledig hematologisch herstel 28 dagen na infusie. Patiënten die geen alemtuzumab kregen (n = 4) vertoonden geen expansie van UCART19 of antileukemische activiteit. De mediane responsduur was 4,1 maanden, waarbij tien (71%) van de 14 responders een allogene stamceltransplantatie ondergingen. De progressievrije overleving na 6 maanden was 27% en de totale overleving 55%.
De auteurs concluderen dat verder onderzoek gericht zou moeten zijn op het bepalen van de optimale strategie voor lymfodepletie, evenals de effectiviteit en veiligheid op langere termijn.
Bron: