De behandeling van patiënten stadium II-III niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) gaat sterk veranderen met de komst van nieuwe opties in de behandelrichtlijnen: adjuvante doelgerichte therapie bij patiënten met een EGFR-mutatie, adjuvante immuuntherapie bij patiënten met een hoge PD-L1-waarde en inductiechemo-immuuntherapie bij resectabele tumoren.
Een grote uitdaging bij al deze veranderingen is dat de populatie patiënten met stadium II-III zeer heterogeen is en de uitkomsten van recente trials niet goed vergeleken kunnen worden met deze real world populatie. Daarom zetten Ilias Houda (Amsterdam UMC) en collega’s in een overzichtsartikel in The Lancet Regional Health de bestaande inzichten en de resterende uitdagingen uiteen. Het mdo heeft hierin een cruciale rol. Het bepalen van de mogelijkheid voor een complete chirurgische resectie staat daarbij centraal.
Bij resectabel stadium-III NSCLC wordt de komende jaren een verschuiving verwacht naar chemo-immuuntherapie gevolgd door chirurgie. Voor stadium II is de behandelkeuze ook complex en afhankelijk van de mogelijkheid voor vergoeding van de veelal dure geneesmiddelen.
Een grote uitdaging bij het vergelijken van alle behandelmodaliteiten is dat de studies gebruik maken van verschillende TNM-edities, selectiecriteria en vereiste diagnostiek. En met de komst van TNM-editie 9 wordt het niet eenvoudiger; deze wijkt duidelijk af van eerdere edities.
Bron: