Het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) heeft berekend dat in de periode 2015-2022 de inzet van biosimilars bij 5 verschillende biologicals heeft geleid tot een kostenbesparing van 82%.
In 2015 gaf Nederland 662 miljoen euro aan biologicals uit. In 2022 waren de uitgaven aan dezelfde middelen gedaald tot 169 miljoen, terwijl er veel meer patiënten werden behandeld. Als het aantal patiënten uit 2022 zouden zijn behandeld tegen de kosten per patiënt van 2015 dan had dat in totaal 954 miljoen gekost.
Het rapport ‘Biosimilar Beloften Waargemaakt’ van maart 2024 is een vervolg op het rapport dat in 2021 werd gemaakt na afsluiting van het project ‘Biosimilars op Maat’ dat het IVM in opdracht van het ministerie van VWS uitvoerde samen met de Initiatiefgroep Biosimilars Nederland.
Enkele uitkomsten van het rapport:
- De uitgaven per patiënt per jaar dalen na de introductie van biosimilars met 70-87% met de grootste daling in de eerste jaren na introductie.
- Bij de TNF-alfaremmers zijn voor 3 van de 5 stoffen biosimilars beschikbaar. De uitgaven per patiënt per jaar daalden ook voor de producten waar nog geen biosimilar voor beschikbaar is, met ongeveer 35%.
- Er zijn grote verschillen tussen ziekenhuizen in het overstappen op biosimilars, vooral bij subcutaan toegediende referentiegeneesmiddelen.
- Tussen 2019 en 2022 is het aantal patiënten dat een biosimilar gebruikt meer dan verdubbeld. Met name de UMC’s – die tot 2022 relatief weinig biosimilars verstrekten – maken een inhaalslag in 2022.
Bron: