Tijdens haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam onderzocht Marieke de Roo een nieuwe beeldvormingstechniek om de polsbeweging te analyseren: vierdimensionale (4D)-CT beeldvorming.
Als een scafoïdbreuk niet geneest, kan artrose ontstaan. Dat leidt tot een ineenstorting van de botjes tussen hand en pols (de handwortel). Om de behandeling voor te bereiden, wordt tot nu toe het meeste onderzoek gedaan met de pols in rust. Bij 4D-CT beeldvorming beweegt de pols in de CT-scanner, waardoor beperkingen van beeldvorming in rust mogelijk kunnen worden weggenomen.
De Roo beschrijft drie onderzoekslijnen. Ten eerste zijn de beeldvormende technieken die momenteel worden gebruikt bij het analyseren van een gebroken scafoïd geëvalueerd. Daarnaast heeft een technische evaluatie van de 4D-CT-beeldvorming plaatsgevonden. Ten slotte is kennis vergaard over de normale en afwijkende bewegingspatronen van het scafoïd, waaronder het effect van een scafoïdfractuur op de omliggende carpale kinematica.