Een stabiele incidentie, verbeterde overleving en lagere sterfte; dat zijn de uitkomsten van de eerste populatiestudie in Nederland bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar met een non-hodgkinlymfoom, over de periode 1990 tot 2015.
De onderzoekers analyseerden de gegevens van 1001 kinderen en jongeren. De data zijn afkomstig uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en presenteren een vrijwel volledig beeld van het aantal kinderen en jongeren dat in de periode 1990 – 2015 de diagnose non-hodgkinlymfoom kreeg.
Uit het onderzoek blijkt dat de overlevingskans 5 jaar na diagnose begin jaren ‘90 ongeveer 70% was. Dat percentage nam toe tot bijna 90% in de jaren 2010 tot 2015. De verbeterde overleving heeft meerdere oorzaken. Allereerst zijn de behandelprotocollen veranderd sinds eind jaren ‘90. Zo wordt er sindsdien minder radiotherapie gegeven voor de behandeling van lymfomen, omdat radiotherapie het risico verhoogt op andere tumoren op de langere termijn. Verder schrijven behandelaren sinds 2004 steeds vaker immuuntherapie voor als behandelinterventie. En jongeren van 15 tot 17 jaar worden vaker door de kinderoncoloog behandeld, die veelal intensiever behandelt dan volwassenen oncologen en dat dat op groepsniveau tot betere uitkomsten leidt.
Bron: