Stoppen met roken na de diagnose longkanker verbetert de overleving aanzienlijk. Dat blijkt uit een grote prospectieve studie in Engeland. Longkankerpatiënten zouden daarom standaard begeleiding en behandeling moeten krijgen bij stoppen met roken.
Patiënten met niet-kleincellige longkanker (NSCLC) die roken ten tijde van de diagnose hebben een slechtere overleving. Maar de effecten van stoppen met roken op de overleving van patiënten zijn nog niet duidelijk. In de Engelse multicenterstudie werden alle 2.751 nieuw gediagnosticeerde NSCLC-patiënten gevolgd. Volgens de onderzoekers is dit een van de grootste prospectieve studies bij nieuw gediagnosticeerde longkankerpatiënten die de effecten van stoppen met roken op de prognose bestudeert.
De follow-up was 2 jaar of tot overlijden tijdens de studieperiode. Patiënten kregen stoppen met roken-adviezen en -behandelingen (farmacotherapie) volgens de nationale richtlijnen en lokale diensten. De rookstatus werd gecontroleerd via uitgeademde niveaus van koolstofmonoxide. Na 2 jaar werden de effecten op overleving geanalyseerd.
Ten tijde van de diagnose rookten 646 patiënten. De gemiddelde overlevingstijd was 659 dagen voor mensen die stopten met roken en 348 dagen voor patiënten die bleven roken. Na correctie voor verschillende factoren zoals leeftijd, geslacht, ziektestadium, performancestatus en chirurgie met genezende opzet liet de hazard ratio voor stoppen een statistisch significante daling zien in het risico om te overlijden in de 2-jaars studieperiode.
De conclusie is dat stoppen met roken onafhankelijk en significant is geassocieerd met betere overleving, onafhankelijk van het stadium van NSCLC. De onderzoekers adviseren dan ook om longkankerpatiënten standaard stoppen met roken-adviezen en -behandelingen te geven.
Bron: