Bij immuungecompromiteerde patiënten die na de eerste serie mRNA-vaccinaties geen seroconversie hadden, resulteerde een boostervaccinatie in een versterkte humorale en/of cellulaire immuunrespons. Deze uitkomsten van een gerandomiseerde gecontroleerde studie uit Wenen ondersteunen het advies om deze patiënten een boostervaccinatie te geven, ongeacht of dit een heteroloog of homoloog regime betreft.
In deze studie werden 60 patiënten die onder behandeling met rituximab na hun primaire mRNA-vaccinatie met BNT162b2 (Pfizer-BioNTech) of mRNA-1273 (Moderna) geen seroconversie vertoonden, toegewezen aan een derde vaccinatie, ofwel met hetzelfde mRNA-vaccin (homologe vaccinatie), ofwel met het vectorvaccin ChAdOx1 nCoV-19 (Oxford-AstraZeneca, heterologe vaccinatie).
De percentages patiënten met seroconversie in week 4 waren niet significant verschillend tussen de groepen die het vector- (22%) of mRNA-vaccin (32%) kregen (p = 0,6). In totaal had 27% van de patiënten een seroconversie. Specifieke T-celresponsen werden waargenomen bij alle 20 patiënten die het vectorvaccin kregen, en bij 13 van de 16 patiënten (81%) die het mRNA-vaccin kregen. Nieuw opgewekte humorale en/of cellulaire responsen traden op bij 9 van 11 patiënten (82%).
Seroconversie trad op bij 3 van de 37 patiënten (8%) zonder detecteerbare perifere B-lymfocyten en bij 12 van de 18 patiënten (67%) met detecteerbare perifere B-lymfocyten. Er werden geen ernstige bijwerkingen, die gerelateerd waren aan de immunisatie, waargenomen.
Bron:
Bonelli M, Mrak D, Tobudic S, et al. Additional heterologous versus homologous booster vaccination in immunosuppressed patients without SARS-CoV-2 antibody seroconversion after primary mRNA vaccination: a randomised controlled trial. Ann Rheum Dis. January 13, 2022. Online ahead of print.